Full text |
Ninne ae n we
Ne Lien
PETS 0 Ce
Ook kan de naam Giovanni niet bij ver-
giesing voor een der bekende zonen van
Dante gezet zijn, daar deze beiden in 1308
nog niet meerderjarig waren.
Onder. boeken begraven
Door alle eeuwen heen hebben er
menschen bestaan, groote geleerden, wier
namen nooit zullen sterven; die hunne
boeken liefhadden boven alles ter wereld.
Voor hunne boekerij hebben zij vrouwen
verlaten, kinderen verwaarloosd, ouders
vergeten, vrienden bedrogen. Hunne bve-
ken waren hun alles, en hun dood stond
in het nauwste verband met hunne « lieve-
lingen >
Het oudste boekenslachtoffer, waarvan
de geschiedenis gewaagt, is de philosoof
en wiskundige Eratosthenes, die vele
jaren leider van de groote bibliotheek in
Alexandrië is geweest. Hij stierf in 194 of
196 vóór Christus, naar verluidt, den vrij-
willigen hongerdood uit woede en ver-
driet over zijn blindheid, die hem belette,
te lezen en zijn studiën voort te zetten.
Het aantal geleerden, die te midden
van hunne boekerij zijn gestorven, is vrij
groot. In dit verband zij gereleveerd de
naam van den dichter Petrarca, die dood
in zijn bibliotheek werd gevonden, het
hoofd op zijn geliefden Virgilius.
_ Verscheiden geleerden hebben zóó
grooten hartstocht voor hunne boeken aan
den dage gelegd, dat zij liefde of passie
voor iets of iemand anders totaal uitsloten.
Ook Napoleon wordt in verband met
zijne boeken genoemd. Al had de Corsi-
kaan inderdaad ook wel héél andere am-
bities, toch vertelt men van hem, en staat
van den grooten keizer geboekstaafd, dat
hij in zijn jonge jaren spaarde, bezuinigde
en offers bracht, teneinde zijn boeken-
schat uit te breiden.
Antonio Flamminio, een Siciliaansch
philosoof uit de zestiende eeuw, offerde
alles op voor zijn boeken. Hij bestelde
persoonlijk elken dag zijn maaltijden bij
een restaurateur. Toen die hem een paar
dagen niet had zien verschijnen, werd de
man ongerust, klom door een venster de
studeerkamer binnen en vond den filosoof
230
dood op-den grond liggen onder een sta-
pel boeken.
De antiquair en verzamelaar Motteley
was zoo dol op zijn boeken, dat hij geen
sterveling in zijn bibliotheek vertrouwde.
Zoodoende stapelden stof en vuil zich op ;
het werd af en toe wel eens door den
eigenaar verwijderd, maar deze liet, als er
iets kapot ging aan meubels, tapijt of be-
hangsel, niets repareeren.Hij duldde geen
ander bij zijn liefste, zijn eenige vrienden,
bang als hij was, dat vreemde handen iets
zouden beroeren, dat daardoor kreuk kon
lijden. Hij had zijn groot fortuin heele-
maal aan boeken besteed en alleen het
voor zijn begrafenis benoodigde geld weg-
gelegd. (Ale. Handelsblad).
PERSONALIA
Dr. G. J. Dozy +
Te Zeist overleed op 15 Meil.l. Dr. G.
J. Dozy, bekend schrijver en geschied-
kundige. Geboren te Leiden op 3 Meil841,
promoveerde hij aldaar in de letteren in
1867. Jarenlang leeraar te Deventer, te
Àrnhem, te Leiden en te Noordwijk-Bin-
nen.
Medewerker aan Vragen van den Dag,
Onze Tolk, Vaderl. Letteroefeningene. a.
schreef hij tevens gewaardeerde werken op
gebied van aardrijkskunde en geschiedenis,
o.m. De Carlisten (1874), Otto von Bis-
mark (1876), Spel en spelen in de 17°
eeuw.
Het standaardwerk dat hij in samenwer-
king met N. de Roever schreef, zal zijn
naam voor het nageslachthelpen bewaren:
«Het leven onzer voorouders *» werd door
hem voltooid (2° uitgave 6 dln. 1909.)
Maatschappij van Nederlandsche
Letterkunde
Tot buitenlandsche leden der Mij. van
Nederlandsche Letterkunde te Leiden,
werden benoemd: dr. G. Von Antol,
hoogleeraar aan de hoogeschool te Papa,
(Hongarije); dr. S. P. E. Boshoff, te Pot-
chefstroom (Transvaal) ; Wies Moens, te
St-Gillis (bij Dendermonde); C. Verschae-
ve (schuilnaam l. Oorda) te Alveringhem. |