Full text |
waarde Hebben dan dat men er zuinig
op zou zijn; zij worden in korten tijd
gebruikt en verbruikt. Dat zijn verza-
melingen waarvoor een bibliothekaris
zelfs geen geld behoeft uit te geven,
indien hij slechts niet wegwerpt wat
anderen opruimen. Zoo kan door enkele
toevallige schenkingen het begin voor
een verzameling ontstaan, die de moeite
loont om haar verder te volmaken. En
mocht het zijn dat een naburig biblio-
thekaris op een zelfde gebied iets in
handen zou krijgen, dan behoeft ook
hij immers niet een nieuwe verzameling
van hetzelfde te beginnen, doch kan
eveneens, slechts door niet weg te doen
doch aan zijn buurman te geven, diens
verzameling helpen groeien. Zoo zullen
hem wederkeerig kostelooze bijdragen
toevloeien voor hetgeen hij begonnen
is te verzamelen.
Dat het bibliothekarisambt bij wijlen
tot een hoogleer aarszetel voert is bekend
en ook niet verwonderlijk, daar het
een eerbaar ambt is, dat allicht ook
geleerden van eenige beteekenis kan
aantrekken; overal aan onze Univer-
siteiten treft men oud-bibliothekarissen
aan; te Leiden.: de Vries, van Wijk,
Bijvanck ; te Utrecht : Juynboll, van
Hamel ; te Groningen : Roos : te Amster-
dam : Brugmans, de Groot, om slechts
enkele levenden te npemen.
Wat wellicht niet ieder weet is dat ook
de tegenwoordige Paus jaren lang
bibliothekaris is geweest van de Ambro-
siaansche Bibliotheek te Milaan en later
van het Vatikaan te Rome. Onlangs
werd dit nog eens in herinnering
gebracht, toen Dr. F. C. Wieder, de
bibliothekaris van Leiden, door Z. H.
in audiëntie werd ontvangen, naar aan-
leiding van zijn voor de kaartkunde en
geschiedenis van West- Indië zoo
belangrijke vondst in de Vatikaansche
bibliotheek. De Paus sprak van de
Leidsche Universiteitsbibliotheek en
van de beroemde Leidsche uitgave der
„Godices graeci et latini photographiée
depicti" en zal hebben terug gedacht aan
den tijd toen de bibliothekaris van
Milaan aan Dr. Wieder’s ambtsvoor-
ganger Prof. de Vries zijn medewerking
verleende bij het totstandkomen o. a.
van den Terentius Codex Ambrosianus
H 75, die als nr VIII dier reeks in 1903
verscheen.
OUDE EN NIEUWE
WETENSWAARDIGHEDEN
Uit het leven
Het Zentralblatt für Bibliothekswesen
heft 3-4, Màrz-April 1924 bevat de
„Leihverkehrsordnung für die Deut-
schen Bibliotheken", dat is de nieuwe
regeling der kostelooze zending tusschen
de bibliotheken onderling, die 1 Maart
in werking is getreden. In Nederland
bestaat het nieuws in dit opzicht slechts
daarin, dat men van het weinige dat
aan de Bibliotheken van Staatswege
toekomt hoe langer hoe meer afschaft.
- . -ïjc H
Verschenen is als een boekje van over
de honderd bladzijden :
Aanwinsten der Provinciale Bibliotheek
van Friesland gedurende hetjaar 1923
(Heerenveen 1924); veel dier aanwins-
ten blijkt voort te komen, uit het
geschenk der bibliotheek van wijlen
Prof. Dr. F. Buitenrust Hettema, den
bekenden frieschen philoloog ; de laatste
bladzijde vermeldt tien nummers Oud~
' friesche handschriften uit het bezit van
de familie Von Richthofen; zij zijn het
geschenk van de commissie, die zich
had gevormd om de kostbare verzame-
ling handschriften van dien bewerker
der oud-friesche rechtsbronnen niet
voor Nederland te laten verloren gaan.
Het bijvoegsel van de Nederlandsche
203 |