Full text |
Een zeer ingewikkeld probleem wordt ge-
steld. De schrijfster weet de zaak te ontwik-
kelen op logische wijze en toch de noodige
spanning gaande te houden door de onver-
wachte wendingen welke de gebeurtenissen
telkens nemen. De ontknooping bevat ten-
slotte de grootste verrassing.
Trouwens de schrijfster heeft eën we reld-
reputatie en haar romans worden in ver-
scheiden talen in groote oplagen gedrukt en
herdrukt. De vertaling geschiedde met zorg.
Dory, Albert eil A. Wepster : Twee jaar
Fransch, 2e deel, 221 blz., vocabulaire,
30 blz. Groningen, Den Haag, Batavia,
J. B. Wolters, 1931.
ingen. fl. 2,50; geb. fl. 2,75
Het tweede deel van deze cursus is der^
wijze opgesteld dat het onafhankelijk van het
eerste kan gebruikt worden door hen die
reeds eenige kennis van de Fransche taal
opdeden.
Een ruim gebruik wordt gemaakt van die
uitdrukkingen welke taaleigenaardigheden
doen uitkomen en nadruk gelegd op het
onderscheid met onze taal. De lessen worden
gevolgd door toepasselijke oefeningen.
Fabricius, Johan: Komedianten trokken vpor-
bij, 331 blz. Den Haag, N. V. H. P. Leo-
pold’s U. M., 1931.
ingen. fl. 3,90 ; geb. fl. 4,90
Dit boek is het eerste van een trilogie,
waarvan de volgende deelen getiteld zijn :
,, De lókkende Verten ” en ,, De Dans om
de Galg ”. Het eerste speelt in het kleine
Italiaansche stadje Todi, in den Rococo-tijd,
den tijd van den galanten Casanova.
Een troep reizende tooneelspelers geeft
in het stille plaatsje een voorstelling en
laten er ’s anderendaags • een pas geboren
meisje achter. De kleine Marietta kent een
zeer droeve en dikwerf zeer pijnlijke jeugd
onder de bekrompen klein-steédsche men-
schen die zij niet begrijpt en haar niet be-
grijpen kunnen. Opgegroeid tot een mooie
vrouw wordt zij begeerd door vele mannen,
ook dóór den bisschop die haar innam. Om
hen beiden van de zónde te redden, huwe-
lijkt hij haar bijtijds uit aan een braaf op-
passend jongeling. Ook het huwelijk brengt
haar geen geluk en rrioe gestreden, ont-
vlucht zij het huis van haar man en het
stille stadje.
Fabricius kent de grillige kronkelingen
van het menschelijk gevoel. Hij weet ze won-
derwel te beschrijven bij Zijn personnages,
hij weet ze ook te beroeren bij zijn lezers.
Hij is ook een meester in het scheppen van
atmosfeer en stemming.
Een prachtig boek voor ontwikkelde lezers.
Goethe, W. von : Faust, 182 blz. Arnhem,
Van Loghum Slaterus U. M., 1931.
Mechelen, Het Kompas. geb. fr. 65,——
Na Adama van Scheltema heeft Anthonie
Donker nu een Faustvertaling geleverd.
Over de oudere vertalingen moet men de
inleiding van Adama van Scheltema raad-
plegen.
De kern van het Faustdrama schreef
Goethe tusschen 1773 en 1775. Pas in 1808
verscheen het eerste deel (4600 verzen) en
het tweede deel (7400 verzen) voltooide
hij in 1831, een jaar vóór zijn dood.
Het werk van Donker vergelijken .met
het werk van zijn voorganger kan hier niet
geschieden. Wij kunnen beiden dankbaar
zijn. Een proefje van de jongste bewerking:
Daar heb ik m’op philosophie,
De medicijnen en het recht,
En zelfs helaas theologie
Met Vurigen ijver toegelegd.
En, arme dwaas, daar sta ik nu,
En weet niet meer dan een van U !
Magister heet ik, ja doctor voorwaar,
En ik leid al ongeveer tien jaar,
Naar links en rechts en scheef en schuin
Al mijn studenten om den tuin —
En zie, dat wij slechts kunnen vragen 1
Maar dat besef is niet te dragen
Wel win ik 't van al die onnoozele knapen
Doctoren, magisters, klerken en papen;
Wel kunnen geen scrupules mij plagen,
Geen hel en geen duivel mij schrik
[aanjagen ;—
Wiat vreugde is, ben ik echter lang
[vergeten,
’k Beeld mij niet in, dat ik iets zou weten,
Niet, dat ik de menschen soms iets kan
[leeren,
Ze kan verbeteren of ze bekeeren.
De nieuwe editie, nrs 6 en 7 van de Stem-
serie, Werden verlucht met houtsneden van
Fokko Mees, speciaal hiervoor . gesneden.
Een prachtig boek en een treffende hulde
om het Goethejaar in te zetten.
Herckenrath, C. R, C- en Albert Dory; Oefe-
ningen bij „Fransch taalgebruik verhel-
derd ” 124 blz. - Groningen, Den Haag,
Batavia, J. B. "Wolters ' U. M., 1931.
fl. 1,40; geb. fl. 1,60
Om de leerlingen te boeien bij het taal-
onderwijs hebben de samenstellers van dit
handboekje afgezien van dë ongelukkige
gewoonte om oefeningen samen te' stellen u,t
afzonderlijke zinnen zonder samenhang. Hun
oefeningen zijn telkens doorloopende ver-
haaltjes of beschrijvingen. Zij hebben daar-
bij nog bijzondere aandacht geschonken aan
het Fransche taaleigen.
Een boekje dus dat de leeraars met vreug-
de zullen begroeten.
Houwink, R. : Inleiding tot de hedendaag-
sche Nederlandsche Letterkunde, 67 blz.
Groningen, N. V. P. Noordhoff, 1932.
• ■ fl. 1,2.0
29 |