Full text |
Ër is in dezen vorm verbazend veel energie en methodische zorg besteed aan de opvoè-
dende ontsluiting van leerzame en bellettristische leesstof. En op deze, katalogussen
wending van de lezerstatistiek, begonnen met de uitwerking van eene „ lezerkunde ”.
een schijnbaar goed in elkaar gezette typen-leer niet zou voeren tot verwaarloozing van
verkregen wordt door toegespitste waakzaamheid en bereidwillige inleving in de gees-
telijke en psychologische ontwikkelingsbetrachtingen van den lezer.
vingen, dat de Volksboekerij uit haar afzondering treedt ; dat de volksbibliothekaris
zich gedrongen voelt tot planmatige samenwerking met de andere gemeentelijke inrich-
tingen voor volksontwikkeling als volkshoogeschool, voordrachtwezen, musea, schouw-
burgen, enz. De gemeentelijke opvoedingszorg als een organisme waarvan de boekerij
de kern uitmaakt, dàt moet de praktische eind-doelstelling zijn van het huidige boekerij-
streven. Zoo heeft het „ Voorleesuur ” zich tot specifiek Duitsche hulpinstelling Van de
boekerij ontwikkeld, een vorm van openbaar voorlezen welke methodisch aanstuurt op
de opvoeding der toehoorders tot een waarachtige ,,kunst 'van het lezen”. Wie de
kultureele werking van de Volksboekerij wil. verdiepen moet zich de grondwaarheid
herinneren dat de ,, Lezer ” een abstractum is waaraan een concretum ten grondslag
ligt, namelijk een individueel mensch, die buiten meer andere dingen ook leest, en door
zijn lektuur, in het gunstigste geval, den vormenden invloed aanvult, dien hij ondergaat
door het bezoeken van voordrachten, tooneel, museum, kino, enz., en omgekeerd door
zijn lektuur vatbaar wordt voor vormingsinvloeden van anderen aard, of zich kritische
remmen verwerft tegen misvormende invloeden. ' Wanneer de vorming van dezen
individueelen mensch het einddoel is, heeft ook de boekerij — volgens de meening
van talrijke Düitsche volksbibliothekarissen -— er direkt belang bij haar kultureele
werkingsmogelijkheden te kombineeren, en daardoor ook te vermenigvuldigen, met deze
van andere gemeentelijke inrichtingen voor volksontwikkeling.
steunen dan de pogingen tot geven van persoonlijke leiding aan dén lezer, bij de
uitleening, waarbij natuurlijk het doorzicht en den takt van den bibliothekaris den doorslag
geven. Óm ook hierin de meest rationeele hulp te kunnen bieden is men, onder aan-
Tot hiertoe heeft men op dezen omweg nog niets bepaalds ervaren, wat men niet reeds
uit de uitleenpraktijk door onmiddellijke aanschouwing wist, en het is de vraag, of juist
de zoo belangrijke zelfontwikkeling van den bibliothekaris, die in de uitleenpraktijk
Zeer belangrijk is het voor de draagkracht van alle boekerij-pedagogische bestre-
ONZE AANTEEKENINGEN
Op 26 December 1931 overleed Melvil
Dewey, de vader van het D. C., Décimal
Classification of tiendeelig stelsel. Aan deze
zijde van den oceaan is Dewey, althans in
bibliotheekmiddens vermaard, juist door zijn
D. C., dat heel wat kritiek heeft uitgelokt.
Dat hij ook nog ander werk, en in zekeren
Op 26 December
Dewey, de vader van
Classification of tiende
MELVIL DEWEY f
zin voor
zin voor de bibliotheekbeweging belangrij-
ker, op zijn actief heeft is minder bekend.
Daarover willen we hier een paar woorden
zeggen. De gegevens zijn ontleend aan ,,The
Librarÿ Association Record ” van Februari
Association Record ’’ van Februari
1932.
Melvil Dewey werd geboren in Adams
Center, New York, op 10 December 1851.
Hij studeerde aan het Amherst College en
23 |