Full text |
Contact met de onderwijzers
De bibliotheek moet de belangstelling van de onderwijzers regelmatig aanwakkeren,
en niet hopen op het omgekeerde. Daarom moeten alle middelen gebruikt worden om
dat gedeelte van het fonds, dat de belangstelling van de onderwijzer gaande houdt, in
de spotlights te plaatsen. - - ' r
Een gestencild contactblad dat om de 2 maanden verschijnt kan hier reeds goede
diensten bewijzen. Het moet bevatten i de laatste aanwinsten van boeken, die in de les
kunnen gebruikt worden, de aanwinsten op gebied van opvoeding en onderwijs,
evenals de nieuwe kinderboeken van de jeugdbibliotheek.
De onderwijzers dienen in het bezit te worden gesteld van de catalogi van jeugd- en
volwassenfonds. /" ' ‘r~w'y 7•
Tijdens voordrachten en bijeenkomsten der onderwijskrachten kan de bibliotheek regel-
matig tentoonstellingen houden van de boeken, die in het onderwijs kunnen te pas
komen.
SAMENWERKING MET DE JEUGDORGANISATIES
1, Aiet de leden =
Er zijn twee mogelijkheden : ofwel een partij boeken ter beschikking stellen van dé
jeugdgroep, ofwel de leden aansporen gebruik te maken van de O.B. Ik ben geen
voorstander van de eerste oplossing. Het gevaar voor verlies van boeken, door de
bestendige wisseling der leiding in al onze jeugdgroepen is niet denkbeeldig. De jeugd-
groepen beschikken meestal niet over een eigen lokaal en een degelijke kast om deze
boeken in op te bergen, en tenslotte dient een jeugdleider zoveel taken te vervullen,
dat het hem niet altijd mogelijk is een grondige kennis van de lectuur te verwerven.
Ik geef er de voorkeur aan de leden van de jeugdgroep aan te sporen naar de O.B.
te komen. De jeugdleider kan hier natuurlijk zeer goed helpen. Wij moeten hem in het
bezit stellen van de catalogi der bibliotheek, en met hem persoonlijk gaan spreken over
het belang van de bibliotheek voor zijn jeugdgroep en vooral voor de leden. Wij kunnen
de jeugdgroep eens uitnodigen een bezoek te brengen aan de bibliotheek, en hen eens
spreken over de werking. Zo mogelijk moeten wij een propagandabord van de O.B. in
het jeugdlokaal voorzien.
Wat leert ons nu de practijk ? ... ^ -
a. De min dan 15-jarigen : de jeugdleider heeft een zekere invloed, maar dê invloed
van de school en de belangstellende onderwijzer is veel groter. Dit is volkomen begrijpe-
lijk, omdat het kind maar enkele uren in de jeugdbeweging, en een ganse week in de
school dctfrb’rengt. ' "■ 1
b. De 15- tot 20-jarigen : reisverhalen en avonturen, en populair-wetenschappelijke
werken voor de studenten worden wel gelezen, maar al met al blijft het een kleine
minderheid die leest. De meeste jongeren hebben andere problemen : de wereld rondom
hen ontdekken, uitgaan, avondschool, sport, enz. • • _ -. • ... ■
c. De méér dan 20-jarigen : jongeren die na hun legerdienst nog in een jeugd- of
jongerenbeweging blijven zijn meestal interessante elementen, waartussen veel goede
lezers. Buiten de romans hebben de meesten een bepaalde belangstelling voor weten-
schap, techniek, kunst, enz.
2. Met de leiding
Hier kan de bibliotheek zeer goed helpen. Aankopen van geschikt documentatiemate-
riaal voor de jeugdleider : kampeertechniek, knutselen in allerlei vormen, volksdans,
zang, muziek, sport, binnen- en buitenhuisspelen, maar ook : korte verhalen die kunnen
voorgelezen worden op de bijeenkomsten of voor bepaalde gelegenheden (kerstmis,
driekoningen, enz.). Wij moeten de jeugdleiders regelmatig inlichten, b.v. met regel-
matige verzending van gestencilde lijsten.
157 |