Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>-« ling, welke na zijnen dood het licht zag, als een « christen kunstenaar kennen.</p>
<p><«< Hoe dikwijls (schreef de heer Abadie tot den « « heiligen bisschop van A ngoulème, Mgr. Cousseau,) « « heb ik aan u gedacht bij 't ontwerp: Studie van « « 't Heilig Hart genaamd.... Het geloof alleen « « brengt wonderwerken voort, en ik heb het « « geloof, maar den hoogmoed niet. De wonderen, « « waarvan de mensch het werktuig is, komen « « van God; Hem derhalve de eer! den mensch « « het geluk, het werktuig te zijn, door Hem ge« « kozen ! »»</p>
<p>Welk verschil tusschen u en dien man, niet waar, Hugo? Gelijkt gij niet veeleer op dien anderen kunstenaar, wiens werk veroordeeld werd? En strookt dit alles niet heerlijk met wat Helene u zegde?</p>
<p>En twijfelt ge nog? Maar het uur der genade was nog niet voor</p>
<p>Hugo geslagen. « Welk verschil tusschen den bouwer van den</p>
<p>« Eiffeltoren en den vromen oprichter der kerk van « Montmartre ! De eene was hoovaardig en had geen « geloof; de andere had het geloof, maar zonder « hoovaardij . Dáárom ook zal dezes werk leven. « Hij was waardig het gedenkteeken op te richten, « dat Frankrijk aan Jezus' Heilig Hart wilde geven; « hij heeft het z66 gemaakt gelijk zijn geloof het « geschapen en zijne kunst het hem ingegeven had. « En waarlijk, zij is schoon in hare indruk.« wekkende massa, in haren edelen en ernstigen « bouwtrant, in hare kunstvolle inrichting, de basiliek,</p>
<p>« die statig op de hoogte van Montmartre gezeten « i 5!.... »</p>
<p>En langzaam wederom viel het dagblad op Hugo's knieën, en de oogen sluitende, liet hij zijnen</p>
</text>
|