Full text |
la Vie Unamine en Paul Claudel, La
Poésie japonaise (ab. 60 fr. p. iaar.)
W. J. Thieme & Cie, te Zqtphen
kondigen een nieuwen druk aan in
2 dln. van Stoeit, Nederlandsche
Spreekworden, spreekwijzen, uit-
drukkingen en gezegden (gen. 12 fl.
per deel).
De Hoogleeraar Dr. J. Verdam
schreef hierover destijds in het Tijd-
schrift voor Nederlandsche Taal en
Letterkunde, uitgegeven van wege de
Maatschappij der Nederlandsche Let-
terkunde te Leiden:
« Er zijn tallooze uitdrukkingen in
onze, en in iedere taal, die men hon-
derden malen gebruikt, gedachteloos
en zonder er iets vreemds in te vin-
den, doch die, zoodra men de aanlei-
ding heeft om er over te gaan naden-
ken, blijken voor de verklaring van
den oorsprong of den vorm lang niet
zoo eenvoudig te zijn als zij er uit-
zien. Zij die zich met lexiographie
bezig houden, zijn meer dan anderen
in staat om de juistheid van het ge-
zegde te staven : ja er zijn slechts
w’einige artikelen, waarbij niet de
eene of andere moeilijkheid zich
voordoet, welke óf het juist begrijpen
óf de nauwkeurige verklaring van een
©ogenschijnlijk zeer eenvoudigen
term of uitdrukking in den weg staat.
Voor een deel zijn de moeilijkheden
hierin gelegen, dat het beeld, waaraan
de uitdrukking is ontleend, ons niet
helder voor oogen staat, of de juiste
blik op of voorstelling van de gebe-
zigde beeldspraak ons ontgaat ; voor
een ander deel komen zij daaruit
voort, dat aan den vorm der uitdruk-
king iets ontbreekt hetwelk niet met
logische gevolgtrekkingen kan wor-
den gevonden, maar slechts door een
historisch onderzoek, en dan nog
vaak alleen als men het geluk heeft
opmerkzaam te worden op eene
oogenschijnlijk niets ter zake doende
bijzonderheid. De eerste soort van
moeilijkheden zullen aanmerkelijk
voor ons verminderen, indien het
boek zal voltooid zijn, met welks be-
werking Dr Stoett zich bezighoudt,
waarvan de inhoud is eene verkla-
ring van Ndl. spreekwijzen, spreek-
woordelijke zegswijzen enz. en waar-
van wij na de door den schrijver op
dit gebied geleverde proeven veel mo-
gen verwachten. »
BOEK-
EN BIBLIOTHEEKWERELD
De Parijsche Boekerijen
Uit een reeds enkele maanden oud
nummer van de «Nieuwe Rotterdam-
sche Courant» (7 Dec. 1924) deze
correspondentie uit «La Ville Lu-
mière» :
Drie algemeene bibliotheken staan
den Parijzenaars kosteloos ten diens-
te,-wanneer zij iets te raadplegen heb-
ben. Het aantal bijzondere boekerij-
en is niet te tellen. Verder zijn er de
gemeentelijke bibliotheken, niet met
onze leeszalen te vergelijken, en ten
slotte de leesbibliotheken, particulie-
re instellingen, vooral in de wijken
van Sorbonne en Montparnasse. Deze
zijn soms voortreffelijk ingericht en
stellen tegen een zeer bescheiden som
den geabonneerde in staat, het boek
zijner keuze naar huis mee te nemen
en den wensch kenbaar te maken, dat
een bepaald boek wordt aangeschaft,
welke wensch in de meeste gevallen
ingewilligd wordt.
Met dit al kost het moeite een werk
te raadplegen dat men niet koopen
wil. De organisatie van de openbare
bibliotheken laat veel te wenschen.
Tot voor kort viel de Nationale Bi-
bliotheek daar ook onder. De twee
andere, in de eerste plaats aangedui-
de zijn die van Ste Geneviève en van
het Arsenal. De gebouwen zijn oud,
van binnen maakt het er een vuilen,
verslonsden indruk en de suppoosten
doen niet anders. Vooral de beperkte
tijd, dat ze open zijn, in bibliothèque
Sainte Geneviève door de uren van
koffie- en middagmaal onderbroken,
maakt het nut dier instellingen twij-
felachtig. De roerigheid van een groot,
150 |