Full text |
Een halve maandag zou evenwel volstaan, want de meeste lezers komen vóór de mid-
dag. Met de andere helft kunnen de lezers van de Van Eycklei gelukkig gemaakt
worden.
Nog is het einde niet te zien. Op dit ogenblik tellen we meer dan 1000 volwasse-
nen. Dat is meer dan op 31 december 1961, het ogenblik dat we van de toen inge-
schreven lezers (968) nog slechts 661 actieve naar het nieuwe jaar overschreven.
De bibliobus is ongeschikt om de buurt van de Jan de Voslei te bedienen en
halve maatregelen, hoe goed ook bedoeld, kunnen hieraan weinig verhelpen. In af-
wachting van een definitief gebouw wordt vermoedelijk in een nabije toekomst een
geprefabriceerd lokaal opgericht.
Gelukkig tonen de lezers begrip en ze hebben geduld.
Het lezerspubliek is zeer gemengd en de lectuurkeuze staat op een behoorlijk peil,
al is 11,1 pet. vormende lectuur aan de lage kant. Vrij hoog is het aantal boeken
(963), dat bij de Centrale aangevraagd wordt, vooral Franse romans.
Doordat er vele scholen zijn op het Kiel hebben we ook vele kinderen ingeschreven,
rtl. 45 pet. van het totaal.
IV. BESLUIT
Aan het succes van de Antwerpse bibliobus valt niet te twijfelen. Het gaat de
stoutste verwachtingen te boven. Overal komen de lezers graag, zelfs door het slechtste
weer. Zo groot is de nood aan het goede boek. We merken goed dat de bibliobus
•onmisbaar is. Een en ander is een aansporing om de witte vlekken op bibliotheek-
gebied op het Antwerpse grondgebied op te sporen en ook daar onze diensten aan te
bieden. De toekomst ligt, zeker met een tweede bibliobus open. De bibhobusdienst
komt pas op dreef. Binnenkort rijden wè ook naar Lillo, Berendrecht en Zandvliet.
We bestrijken dan een gebied dat bijna 30 km lang is, een maximum voor bibliobussen.
Het havengebied ten noorden van de stad breidde zich als een olievlek uit en nieuwe
woongelegenheden zullen er verrijzen. Spreekt men niet van een satellietstad te Lillo ?
Het is een goede politiek vooruit te zien en ter plaatse te zijn vóór het zover is. Want
dat is juist een grote tekortkoming in Schoonbroek, dat er nu al veel mensen wonen,
maar dat er nog lang geen scholen en een begin van een culturele activiteit zijn. Het
is de omgekeerde wereld, helaas ! Een typisch verschijnsel in ons land, waartegenover
Duitsland en Denemarken hier en daar andere voorbeelden weten te stellen ! Maar
goed, de bibliobus is in onze verhoudingen nog altijd de enige instelling die een beetje,
■de kern van een culturele activiteit ter plaatse brengt.
J. Martijn,
Stedelijke Bibliotheken,
Antwerpen.
II
jpf.:
J
1
ft
' ' j§;
I
I I
123 |