Full text |
kinderen gekomen. Het onderwijzend personeel is- voltallig als lezer, drie in getal,
ingeschreven. Zij zijn de jongste volwassenen. ,
Een eigenaardig en niet te verklaren verschijnsel : op dit ogenblik kennen we een
opflakkering van het volwassenenbezoek ! Toch zal ook hier weldra het dorpsleven
uitdoven.
6. Schoonbroek (dinsdag : 13 u - 14 u aan de Vierkerkenstraat, 14 u - 15 u aan de
Handboogstraat).
Opnieuw kan een optimistische toon weerklinken. Schoonbroek is een wijk in volle
groei met een jonge bevolking. Nog lang is hier het verzadigingspunt niet bereikt.
We hebben alleen naar verhouding weinig kinderen : velen zijn nog te klein en verder
is er geen enkele school. Vandaar beleven we een eigenaardig verschijnsel : wanneer
overal elders het aantal jonge lezers tijdens de vakantie geweldig afneemt, laten ze
.zich. juist hier inschrijven en halen we in die periode de hoogste uitleencijfers.
Het is een goed publiek en het kan er druk toegaan gedurende de twee uren die we
er staan. Met 43 per uur behalen we een behoorlijk gemiddelde en Schoonbroek staat
daarmee op de derde plaats.
Tot nu toe volstaat hier een bibliobusdienst, maar voor de toekomst mag wis en
.zeker aan een vast filiaal gedacht worden. Het voordeel van de mobiliteit werd reeds
aangetoond, waar onze eerste standplaats verkeerd gekozen bleek. Tegenover I960
is het lezersaantal meer dan verdrievoudigd. Zo twee uren voor een uitleenzitting nog
volstaan, dan is een tweede dag toch gewenst ! Dat is prettig werken.
7. Jan de Voslei (woensdag : 14 u - 17 u 15 ; donderdag : 9 u 30 - 11 u ; vrijdag :
5) u 30 - 12 u 45 ; maandag, om de veertien dagen : 9 u 30 - 16 u).
Uit deze uurregeling kan men afleiden dat de bibliobus bezig is filiaal Jan de Voslei
te worden. Het is overduidelijk, dat zulks niet het doel van de bibliobus kan zijn.
Wordt men gewaar, dat de situatie in die zin evolueert, dan moet er zo vlug mogelijk
een bestendig filiaal komen.
Nu is het zo, dat wij, vóór de bibliobus de Jan de Voslei en omgeving zou bedie-
nen, zeer goed wisten, dat daar een filiaal nodig was. Het zal er komen en het is in
afwachting daarvan, dat we er staan. De wijk ontwikkelde zich evenwel veel sneller
dan de plannen voor een nieuw filiaal gereed kwamen. Het Kiel met zijn vele reus-
achtige woningcomplexen is qua bevolking een stad te noemen (ca. 40000 inwoners)
en waar veel mensen bijeenwonen zijn er ook veel potentiële lezers. En die komen in-
derdaad niet alleen naar filiaal 3, het grootste, maar ook naar de bibliobus. De plaats
waar we staan is dan ook bijzonder goed gekozen.
De cijfers zijn overtuigend genoeg en veel meer zou hieraan niet moeten worden
toegevoegd. Toch dit : het is beslist de moeite waard in het winterseizoen op een
woensdagmiddag om twee uur een kijkje te komen nemen. Tientallen lezers staan
dan op de aankomst van de bibliobus te wachten. Hoofdzakelijk kinderen. We
overdrijven niet. Ze kunnen onmogelijk allemaal binnen en ze moeten buiten wachten,
weer of geen weer. En dat duurt zo tot vier uur.
Het groeiproces is stormachtig geweest. Op 21 december 1959, na drie maanden
werking, noteerden we op één middag 230 uitleningen. In november I960 bereikten
we in een goede drie uren 364 ontleningen en in mei 1961 behaalden we het re-
cordcijfer 425, of 130 per uur ! Het waren wel telkens toppen van een curve, maar
de rest lag er niet ver onder. Deze degradatie van het personeel tot uitreik- en stem-
pelautomaten mocht niet blijven duren en op onze alarmkreten werden dan de don-
derdag en maandag toegewezen. Deze nieuwe regeling ving op 16 november 1961 aan
•en op slag verminderde de druk ’s woensdags een weinig. Maar het totale uitleen-
cijfer ging de hoogte in, want vele lezers komen telkens als ze de bibliobus zien staan.
122 |