Full text |
mr. S. Muller Fzn., oud-archivaris der
gemeente Utrecht en van het Rijk.
Samuel Muller Fz., zoon van den be-
kenden antiquair Fredrik Muller, was
een van de velen uit dit geslacht die zich
wist te doen opmerken. Gaven van ver-
stand en een buitengewone werkzaamheid
waren ook het deel van dezen Muller.
Den 22sten Januari 1848 werd Samuel
'Muller te Amsterdam geboren. Hij stu-
deerde te Amsterdam en verkreeg den
meesterstitel te Leiden, in 1872, op een
proefschrift « Mare clausum », waarvoor
de bekende historicus Robert Fruin zich
sterk interesseerde. (Mr. S. Muller Fz.
werd sedert 1913 gewoonlijk dr. mr.
S. Muller Fz. genoemd : de Utrechtsche
universiteit eerde hem en zich zelve in
dat .jaar door hem het doctoraat honoris
causa in de letteren toe te kennen).
: Mr. Muller’s belangstelling ging na
zijne promotie vooreerst uit naar onder-
werpen uit de geschiedenis van Hollands
handel en scheepvaart in vroeger eeuwen.
In 1874 verscheen zijn « Geschiedenis
der Noordsche Compagnie », welke door
het Provinciaal Utrechtsch genootschap
met goud bekroond werd. Een «voor-
beeld voor de geschiedschrijvers der
économische school » noemde dr. H. A.
Poelman dit werk in een artikel in het
"«.Ned. Archievenblad» van 1919. Muller
gaf later ook zijn krachtigen steun tot
oprichting van de Linschoten-Vereeni-
ging, voor welke hij de eerste der bekende
uitgaven van dit lichaam bewerkte « : De
reis van Jan Cornelis May naar de Ijszee
en de Amerikaansche kust, 1611-B1612 ».
En hij bleef belang stellen in ’t geen deze
vereeniging voortging tot stand te bren-
gen. Wij herinneren ons o. a. dat hij in
« De Gids » ■ van Maart 1920 — de
nieuwste berichten over deNederlandsche
Noordpoolvaarders besprak : de deelen
door S. P. l’Honoré Naber samengesteld.
52
Pr. Jae. P. Thysse
Met oprecht genoegen Zal ieder lief-
hebber van de natuurstudie in het vrije
vernemen dat de Senaat der Amster-
damsche Universiteit denNederlandschen
baanbreker Jac. P. Thysse doctor honoris
causa gepromoveerd heeft.
Deze vleiende onderscheiding is de
bekroning van het onverdroten zwoegen
van dien schoolman, welke, met de ouder-
wetsche scholastieke leerwijzen afbrekend
te zamen met zijn collega en vriend wijlen
E. Heimans, het mooie Nederland door-
trok, om ter plaats zelf de vaderlandsche
dieren en planten, al het natuurschoon,
na te gaan en te beschrijven voor iedereen,
doch voor de jongeren in de eerste plaats.
Zoo kwam achtereenvolgens een stel
wetenschappelijke boeken tot stand, waar-
in de schrijvers zich niet enkel als
schrandere waarnemers, doch tevens ook
als opwekkende vertellers en uitmuntende
teekenaars openbaarden.
Hoeveel onzer moeten niet openhartig
bekennen dat zij overtuigden in de zaak
der biologische waarneming werden, na
hun eerste wapens met de reeks « Langs
Dijken en Wegen » gemaakt te hebben ?
Naast deze prachtige serie (6 deelen)
en het « Wandelboekje » in samenwerking
met E. Heimans geschreven, bracht het
driemanschap Heimans, Heinsius en
Thysse de onmisbare, biologische « Flora
van Nederland » voort. Van de hand des
nieuwen doctors alleen kregen wij nog
« Het Vogeljaar », een standaardwerk ten
opzichte van observatie, en het handig
« Vogelboekje », alsook al die belang in-
boezemende, diepgevoelde, frissche, ge-
leerde opstellen in de « Levende Natuur ».
De geest van den grooten E. Heimans
moet voorzeker gejubeld hebben bij de
promotie, die zijn trouwen Jac. P. Thysse
te beurt viel, want, — zooals de onder-
legde ornitholoog en voorvechter der
natuurwonderen zelf zegt —, het is de
« |