Full text |
theek te Amsterdam en meerdere bibliotheken
en musea, zóówel in tndië, ais in het bulten-
land. - ' ' ;
De tekst is verdeeld in 3 Hoöfdstukken :
Het eerste omvat de geschiedenis van het
brievenvervoer tijdens de Óóst Indische Com-
pagnie. 1 -
Het tweede de Posterijen tijdens de Fransche
en Engelsche tusschenregeering.
Het derde die van het Nederlandsch Indisch
Gouvernement. .
Deze geschiedenis van het verkeerswezen is
ook voor niet-philatelisten interessant.
Berghen, R.: Het jeugdavontuur van Leo
Furkins, 142 blz. Rotterdam, Nijgh en-van
Ditmar. 1936.
- Dit verhaal verscheen in «Forum». Het is
Berghen op zijn best. Een eigenaardige ver-
beelding, een persoonlijke visie en een sobe-
re, directe. stijl. Kind van zijn tijd, verwant
aan zijn tijdgenooten is zijn realiteit een rea-
liteit van de havenstad Antwerpen en geen
willekeurige, zooals menig ander jong schrij-
ver voor ons oproept. Het ruige leven trékt
hém aan en de ziel van de menschen' benadert
hij... de zeer haast Russisch gecompliceerde
ziel van degenen die hij toch ontdekt heeft
in eigen omgeving of hunkerende verbeelding.
Bogaerts, Theo : Oceania, 166 blz. Leuven,
Davidsfonds, ] 936. fr. 15,—
Het dagboek van een vacantie. Het dag-
boek van een reis, geschreven op reis.
Tot voor korten tijd hadden de Vlamingen
haast geen reisverhalen. Nu ontdekken zij de
wereld. En zij blijken klare oogen te hebben
en een frissche levendige visie wanneer zij de
kans krijgen om elders menschen en landschap-
pen te zien.
Dat zijn althans eigenschappen die Bogaerts
blijkt te bezitten. De duizenden van het Da-
vidsfonds is het nu gegeven de reis in ver-
beelding mee te maken over Venetië, door Grie-
kenland en de Balkan.
Brentano, Clemens : Schoolmeester Klopstok en
zijn vijf zonen. (vert. d. Willem Doeven-
speck). 102 blz. Leuven, Davidsfonds, ’36.
fr. 1 1,—-
Als Klopsfok’s hut afbrandt zendt hij zijn
zonen de wereld in om een ambacht te leeren.
Na een jaar moeten zij dan terugkomen en hun
lotgevallen vertellen. Deze verhalen vormen
den inhoud van dit vlot-vertaalde en aantrek-
kelijk geïllustreerde kinderboek dat we graag
aanbevelen voor ± 1 I jarigen. Een goede aan=-
winst voor de Jeugdreeks van het Davids-
fonds.
Buysse, Emile : Vlamingen. 172 blz. Amster-
dam, De Pauw, 1936. fl. 1,75
De bekende dichter en romanschrijver, J.
H, Eekhout, heeft zijn landgenoot ingeleid.
«Gij vraagt mij, E. Buysse, uwe novellen-
verzâmëling, uw eerste ■ boek, met een enkel
woord bij het publiek té willen inleideri. Maar
zullen, vriend, deze verhalen niet voor zich-
zelf spreken waar zij Zulke voortreffelijke sug-
gesties vormen ?
Als Zeeuwsch-Vlaming is Buysse volkomen
naar Vlaanderen gericht. Waarom 9 Een
kwestie van bloed, meent Eekhout, of van een
heimwee misschien.
Het eerste boek heet dan ook Vlamingen.
Wij hebben Buysse leeren kennen door korte
vertellingen in hét Alg. Fïandelsblad van Am-
sterdam en die wij hier, warm en levend weer-
vinden. Het landschap van Zeeuwsch-Vlaan-
deren en het Meetjesland, Brugge... het volk
uit die streek. Wat in dit debuut treft is een
argelooze frischheid en een liefde, tot menschen
en grond. -
Wat is het geheim van dezen Hollander ?
Jan Eekhout verklaart het ons : Mij hebben
ze ook meerdere keeren gevraagd waarom ik,
Nederlander, Vlaamsch schreef.... En ik wist
niet waarom.M Ook Buysse schrijft met Vlaam-
schen inslag wellicht omdat zijn menschèn
Vlamingen zijn.
Een boek dat in Vlaanderen een publiek moet
vinden. •. ’• .,
Capablanca, J. R.: Schaken. Leerboek voor
beginnende en gevorderde spelers. Nederl.
bew. v. M- Euwe. 265 blz. met 189 dia-
grammen. A’dàm. Kosmos, 1936.
Ing. f. 2,90; geb. f. 3,75
Toen ik den naam van dezen grootmeester
op het titelblad las was. ik benieuwd in hoe-
verre de reclame-zucht van de uitgeverij schuld
zou hebben aan dat aanlokkelijke « Leerboek
voor beginnende spelers ». Het is me echter
sterk meegevallen want het eerste gedeelte is
inderdaad uitsluitend voor beginnelingen be-
doeld en van een verrassende bevattelijkheid.
Het tweede gedeelte, en vooral het 3* gedeel-
te, richten zich dan tot de gevorderde, de
«sterke» spelers. Het 3" gedeelte omvat 1 2 ge-
annoteerde door Capablanca tegen beroemde
schaakmeesters gespeelde partijen .
In een voorwoord geeft wereldschaak-kam-
piöen Max Euwe, die de Nederl. bewerking le-
verde ook énkele interessante bizonderheden
betreffende Capablanca die van 1921-1927
wereldkampioen was en nog steeds geldt als
een der sterkste spelers ter wereld.
Hij schreef talrijke schaakboeken, waarvan
thans voor het eerst een in ’t Nederlandsch
uitstekend werd vertaald. Wij bevelen er de
studie ten zeerste van aan. Het boek is zoo-
als trouwens alles wat bij Kosmos verschijnt,
typografisch keurig verzorgd.
Davidsfonds : Verslag over. het Dienstjaar
1935.
Een verslag dat niet minder dan 18 6 blz.
telt en 'een compleet overzicht geeft over al wat
67 |