Full text |
Ô-1 6 jaar. De leuke viering van den 8 O en ver-
jaardag van den dorpsschoolmeester (8).
36-37. Stien de Bruyn: De verkouden prin-
ses. KindertooneelsÉukje in 4 bedr. 30 blz.
60 ct. Spelers: 3 m., 6 j. en hovelingen, ka-
bouters' e.a. Zeer geestig spelletje geschikt v.
10-16 jarigen (9).
38-39: Maria van Rompaey-de Lannoy: Het
paradijzeneiland. Sprookjesspel in 2 bedr. met
vtoor- en naspel. Geill. 30 blz.’ 60 ct. Spelers:
2 m., 1 j. en 18 kabouters en dieren. Geschikt
voor kinderen van 10-16 j. Een heerlijk
wensehsprookje dat in 1933 den Nestor de
Tièreprijs verwierf. Wij verheugen er ons in
dat dit Vlaamsch werk in deze degelijke reeks
werd opgenomen. (10).
Over het geheel is dit -weer een zeer geluk-
kige keuze. De reeks maakt een gelukkige uit-
zondering op vele andere : hier geen vulmate-
riaal, maar een selectie welke de faam van het
geheel slechts kan verstevigen. Onverdeeld aan-
bevolen voor jeugdgroepen, Scholen, bibliothe-
ken.
. Het tüsschén haakjes geplaatste cijfer be-
teekent het aantal ex: dat moet worden aan-
geschaft om het opvoerrecht te verwerven.
Keuler, Rolf: De onverzoenlijken, 302 blz. -
Amsterdam, E. Querido, 1936. fl. 3,7'5
Een boek dat een kloek talent en rijpe
ervaring verraadt. Een man die links staat en
de strijd als onvermijdelijk beschouwt. De uit-
gever waarschuwt dat Keuler een pseudoniem
is van « een onzer beste jongere romanciers ».-
De roman speelt in een mijnstreek.
Uitgever verklaart: «Het zou de Borinage
kunnen zijn... De jonge vrouw van-een der in-
genieurs probeert een jongen mijnwerker naar
zich toe te lokken. Zijn oudere en meer erva-
ren kameraden waarschuwen hem. Tegenstel-
ling van rang en stand is onoverbrugbaar. Hij
laat zich niet overtuigen. Eenmaal de aanmoe-
diging van de schoone vrouw ondergaan, wil
hij ook verder. De liefdesverhouding loopt
evenwel op een hopelooze mislukking uit. De
prachtige jonge kerel geraakt hierdoor in een
barre innerlijke verwarring en zint op wraak.
Bij een bezoek van een commissie, bestaande
uit- regeeringspersonen, ingenieurs en leden
van de directie naar aanleiding van een nieu-
we uitbreiding van de mijn, laat hij met opof-
fering van zijn eigen leven een gedeelte van
een mijningang instorten, zoodat het hooge be-
zoek en een tiental arbeiders, dat zich in dat
uiterste deel van de mijn bevindt, volkomen
van de wereld is afgesloten. Het steeds toene--
mend levensgevaar doet de opgesl'otenen in
vreeselijke beklemming samendringen. Van rang
noch stand is in dat moment sprake. Harts-
tochtelijk en dramatisch is het tooneel, dat zich
in de zwarte duistere diepte afspeêlt. De drei-
gende dood vereenigt hen in broederlijkheid.
Als eindelijk de uitgeputte groep weer in
het daglicht komt, dan staat daar pok de jonge
ingenieursvrouw, wier eerste daad is het lijk
van den arbeider, dien ze tot haar minnaar
wilde maken, te verloochenen. De verbroede-
ring is voorbij.
Een treffend verhaal dat den lezer moet boeien
door zijn romantischen gloed.
Langens, J.: De dolende ridder. 217 blz. Leu-
ven, Davidsfonds, 1936. - fr. 15.—
Een volksboek naar den ouden trant, een
verhaal uit den ouden tijd, honderden jaren
geleden, wordt hier door het Davidsfonds aan-
geboden. .
In vlotte taal vertelt 'het van koene ridders,
schelmsche doolaards. en onversaagde vrijbui-
ters. Het davert van wapengekletter en feest-
rumoer. Booze daden worden gestraft en ten
slotte, is de zege aan de rechtvaardigen.
Vechtjassen genieten steeds de gunst van
het publiek en deze edele dolende ridder en
zijn vrienden zullen zeker in den smaak val-
len.
Last, Jef : Een huis zonder vensters. 3 1 1 blz.
Amsterdam, .E, Quèrido, 1936. fl.3.50
Een huis zonder vensters ! Elk gezin, elke
staat gesloten en zonder verband met gemeen^
schap of wereld. En menschen en middens
worden door hem gepeild en geschilderd. Niet
het knusse of tragische leven van stedeling óf
boer, maar dè geweldige wereldgebeurtenissen
die gaande zijn en waarin de menschen leven,
genieten of lijden zooals een ander geslacht
gisteren, en weer een nieuw morgen.-
Parijs en zijn gedachtenstrijd, de Fransche
havens, Marokko en zijn kleurig, kinderlijk en
nobel volk heeft Last lief gekregen en bewon-
dert. Soms staat hij, die het leven met een
glans van zijn communistische overtuiging ziet,
in twijfel tegenover wat de menschen hem te
zien geven. En dat behoedt hem om te verdrin-
ken in tendens. ' ~ .
Wij hébben het vroeger reeds getuigd: Last
is een schoon artiest, wiens talent nog steeds
rijpt en wint aan ruimer inzicht.
Lajtha, Edgar : Japan. Gisteren, heden, mor-
gen.. 252 blz. met- talrijke ill. Leiden, Sijt-
hoff, 1936. - fl .2,40
Het land van de rijzende zon staat weer in
het brandpunt van de belangstelling. 0”Con-
roy en Zischka hebben ons gewezen' op zijn
politieke en economische bedreiging voor de
Westersche landen. Lajtha’s boek vertoont in
zijn strekking wel eenige gelijkenis met dat van
Zischka. Het tracht de drijfveeren van Japan’s
econoinsiche politiek te doorgronden en de za-
ken van uit het Japansche gezichtspunt te b.e- |