Full text |
Voor zoover wij de evolutie van de toestanden kunnen beoordeelen,
kan de Vereeniging van Bibliothecarissen zich gelukkig achten, dat de
Stad Antwerpen den aangenomen wei' inslaat.. Wij zien in de hervormin-
gen, die voor de deur staan, allerminst een neiging naar geslachtoffer. Er
werd sedert lang op gewezen, dat het bibliothechnisch apparaat van
Antwerpen — in zijn geheel beschouwd niet meer in overeenstemming
te brengen was met de gezonde en moderne bibliotheèkprincipes geldende
voor een groote stad, vermits een, gemeente van beteekenis als Antwerpen
wel zeker in aanmerking komt om, evenals Rotterdam b.v., over één appa-
raat te beschikken, dat economisch ingesteld, zoowel naar beneden arbeiden
kan als naar boven, waarvoor de hoogste uiting van het werk naar beneden
samenvallen moet met de primaire uiting van het werk naar boven. De
samenvoeging van twee bibliotheken die vroeger één waren, maar waarvan
de jongste loot, de « volksbibliotheek i», ,zich aangepast heeft aan de
moderner eischen en opgeklommen is tot de evenknie (voor een andere
functie in het Stadsleven !) van dè oudste loot, die samenvoeging past
volkomen in de ontwikkeling van het bibliotheekbedrijf, zooals wij die
nastreven voor alle Steden,
Het verheugt ons dus te kunnen constateeren, dat Antwerpen, zich
beïwust zijnde van zijn taak en zijn plicht, ten opzichte van het binnenland
weer eens vóór wil gaan in deze ontwikkeling : dat het woord en het werk
van de Vereeniging geen ijdel pogen is gebleken ; en dat precies haar
Voorzitter beroepen werd tot het volvoeren van een plan, waarvan de
uitwerking niet gemakkelijk is, maar waarin hij slagen zal, omdat hij verant-
woordelijkheidsgevoel genoeg bezit om de beide uitingen van het cultureele
en intellectueele leven van zijn Sinjorenstad de volle maat te geven voor
hun ontplooiing.
Antwerpen zal dus, als eerste stad van den lande, het bibliotheek-
complex krijgen, dat het moderne stadsleven, beschouwd in de breedte en
in de diepte, voor zijn volledige ontwikkeling behoeft en meer nog vereischt.
Dat de Stad Antwerpen beroep deed op een in practijk gehard man,
ook dat strekt haar tot eer, en wij houden er ons van overtuigd, dat deze
enkele regels gewijd aan zijn henoeming, Baekelmans ditmaal zeker meer
genoegen zullen doen dan alle persoonlijke Ioftuigingen van de. wereld.
IK GEEF DEN VLAMMEN OVER...
(in Duitsland gebruikte formule bij ’t verbranden van boeken)
door GER SCHMOOK
(Slot.)
Onvatbaar, ongenaakbaar en springlevend, in Heine’s tijd zo goed als
in de oude Chinese perioden, toen Li Ssu (213 vóór Christus) de geschiede^
nis bij zijn naam, op een wit blad, wenste te laten beginnen, en daarom op
92 |