Full text |
alles, maar vooral, aan de nijdige reactie van dompers en zwaarlijvigen, die
mordicus als lood willen hangen aan de vleugelen van de snellen. Fust, de
compagnon van Gutenberg, werd te Parijs tot bloedens toe geslagen, omdat
hij drukte met rode inkt, met duivelsbloed, naar het beweren van de
kloosterzusters, die in de drukkunst een concurrent op de boekenmarkt
zagen. De hooggeëerde Sorbonne-universiteit te Parijs streefde de vernieti-
ging van de drukkunst openlik na, en liet daarom Dolet veroordeelen, die
klaar en duidelik in de tekenen van de tijd gezien had, en haar triomf
voorspelde. Een rode letter in enig drukwerk was voldoende om de stieren
te lokken die overal, maar overal, ongedurig te trappelen stonden, en dat
soms door onzinnige aanleidingen.
Zag Engelands’ Koning in de zonsverduistering, door Milton in zijn
« Paradise lost » beschreven, geen toespelling op zijn eigen Regering,
omdat... Milton, in ander werk, niet zoo gevooisd was geweest ?
De leuze van de Orde van de Kouseband, Honny soit qui mal y pense,
treft hier wat goed ! En hoe bang en bevreesd waren al die grote heren toch
voor de kleine nikkertjes, die zo streng en meedogenloos op ’t blanke veld
in ’t gelid stonden voor de Goeie Jan ! Daarom is elk boek nog geen arge-
loos schaapje, en voor 100% edel ! Wie de pers van heden als een pest
beschouwt, en Gutenberg derhalve geen geluk wil wensen met zijn vinding.,
heeft niet altijd ongelijk. Het doortrapte staaltje dat het officiële Frankrijk
op ’t einde van de 17e eeuw leverde, toen het met Nederland in een oorlog
gewikkeld was, spreekt precies niet in ’t voordeel van de Franse courtoisie.
Maar : ook dàt voorbeeld levert zelfs een bewijs voor de onuitroeibaarheid
van het boek. Frankrijk publiceerde toen een leugenpamflet om de Hollan-
ders zedelik te benadelen. Het heette : Advis fidelle aux véritables hollandais.
Eens de vijandelikheden gestaakt, riep Frankrijk het venijnig stel binnen, —
want voor vredesdoeleinden pasten de dingetjes niet, om... ze voor een
volgende maal «in petto» te houden. Ach ! wat viel het Frankrijk tegen !
Weerbarstig bleven de schotschriften doorhollen de wereld verder in.
’s'Tovenaars leerknaap had de bezem aan ’t werk gesteld, en kon hem toen
niet meer tot staan brengen beweerde Goethe wat later.
Een boek uitroeien is een moeilike zaak.
« Les fils d’Erostrate » de streng katholieke volgelingen van een moed-
willige, heidense brandstichterleden van een in stilte werkend genoot-
schap, mogen nog steeds zeer handig brieven schrijven naar links en rechts
en gevaarlike boeken opvragen, als brandstof in stee van hout, om deze te
kunnen vernietigen, en aldus een goed werk te doen in Savanarola’s geest;
zo gedienstig echter zal de mensheid nooit zijn, dat zij de ijverige zonen tot
het laatste sprankje vrije geest zal overleveren. Daar kan men op aan !
Hitler-Duitsland kan dan ook vrij aan ’t branden slaan. Het zal niet
helpen. Terwijl over de Rijn de vlammen opstijgen, komt in Frankrijk — |