Full text |
hebben, zij niet kunnen verrechtvaardigen dat eenerzijds de uitleeningen tot op een vierde
zouden verminderen, waar anderzijds het bevolkingscijfer bijna verdubbeld is.
Ziehier nu enkele der redenen die wij m de jaarverslagen konden ontdekken .
1) Het weigeren van boeken aan jonge kinderen. (Verslag 1866-67.)
2) Het overbrengen der boekerij naar nieuwe lokalen. (1880-81 en 1892-93.)
3) lijdelijke sluiting der boekerij wegens algemeen heerschende besmettleijke
ziekte of groote feestelijkheden. (1865-66 en 1889-90.)
Zooals wij reeds zegden, kunnen die aangehaalde redenen ons geene bevredigende
verklaring geven. Wat meer is, de redenen van tijdelijkeri aard, blijken heelemaal schijn-
redenen te zijn (met uitzondering nochtans voor de overbrenging der bibliotheek naar
de Schoolstraat in 1880-81) vermits wij wel telkenmale het uitleeningscijfers merkelijk
zien verminderen, maar na opheffmg der storing geen de mniste herleving, doch wel
integendeel eene diepere inzinking waarnemen.
Buiten de drie redenen die wij in de verslagen vonden, zouden , wij er nog eene
•vierde kannen bijvoegen, die stellig van groot belang geweest is op den ontwikkelings-
gang der boekerij J te weten : de opening van vrije volksboekenjen.
Doch dit heeft zich ook elders voorgedaan, en toch zien wij andere boekenjen
in belangrijkheid winnen, en dit is verstaanbaar, want de bevolking is niet alleen aange-
groeid, doch het onderwijs is ook vooruit gegaan, en het getal der ongeletterden is tot
een minimum herleid.
Het verslag der studie-kommissie van Maart 1931 wijst o.m. ook op de ongun-
, stige schikking en ligging der boekerij,1 en bij het nagaan der tabellen der uitleeningen
kunnen wij inderdaad vaststellen dat de uitleeningen hunne sterkste inzinking hebben
bereikt, sinds dat.de boekerij naar het Muzeum Wutys-Van Campen werd over-
gebracht.
VERGELIJKING
Ook andere Stedelijke Volksboekerijen hebben op zekere tijdstippen hunne uitlee-
ningen moeten staken, ook zij hebben een steeds groeiend getal van vrije volksboekerijen,
' en gelijkaardige instellingen zien ontstaan, en toch zijn de meeste stedelijke Volksboe-
kerijen heel wat bloeiender dan die van Lier.
Te Mechelen-met eene bevolking van 60.259 inwoners, had de stedelijke Volks-
boekerij 60.000 uitleeningen in 1930.
Antwerpen met 300.00 inwoners, wijst voor 1930 560.887 uitleeningen in de
stedelijke volksboekerijen. (21)
De Gemeente-bibliotheek van Berchem (38.600 inwoners) leende 24.759 boe-
ken uit in 1930.
(21) Stedelijke Volksboekerij van Antwerpen. Statistiek over 1930. Wij hebben dé
officiëele statistiek verminderd met het getal der boeken geraadpleegd m de leesZ^’
daar ook te Lier de ter plaatse geraadpleegde werken niet in aanmerking komen voor
het jaarlijksch cijfer der uitléeningen. |