| Full text |
Uit onze aanteekéningen
BOEKENCOMMISSIE VAN HET
ALGEMEEN NEDERLANDSCH VERBOND.
Jaarverslag 1930
De terugblik op het afgeloopen jaar geeft
redenen tot tevredenheid, omdat de hoeveel-
heid verspreide leesstof wederom grooter
was dan in 1929, terwijl toch de uitgaven
minder waren.
1930 1929
Aantal verzonden kisten 147 110
Inkomsten fl. 973,45 895,545
Uitgaven 2225,62 2552,91
De inkomsten, hoewel iets vermeerderd
ondanks de slechte tijden, die hun invloed
het eerst plegen te toönen bij de geldmidde-
len van een ideëéle instelling als de B. C.,
zijn nog altijd in zeer ongunstige verhou-
ding tot de, uitgaven. Deze laatste zijn m
verhouding tot het geheele bedrag belang-
rijk verminderd.
Behalve 9 kisten, die naar verschillende
Zeemanshuizen werden gezonden, en 2 kis-
ten voor het Lichtschip Maas, vindt men
hieronder de verzonden kisten, gerangschikt
volgens het land van bestemming.
Vlaanderen 104 stuks, Duitschland 14,
Zuid—Afrika 10, Ned.-O. Indië 2, Canada 1,
Zuid-Amerika 1, Nöprd-Amerika 1. Oosten-
rij k 1, Suriname 1, Marocco 1.
Behalve deze kisten met boeken werden
nog pl.m. 275 pakjes geïllustreerde bladen,
elk zwaar ongeveer 650 Gr., verzonden naar
een 23-tal adressen, welke regelmatig elke
maand deze bladen ontvangen.
De kisten en pakjes -worden uitsluitend ge-
zonden naar Nederlandsch sprekende groe-
pen van personen.
Ook dit jaar werd ge.en enkele klacht ver-
nomen omtrent den inhoud der verspreide
leesstof. Getracht werd - steeds, voor zoover
de gegevens daartoe in staat stelden, de
boeken en tijdschriften zoodanig te verdee-
len, dat de belanghebbenden ontvangen wat
met hün ' ontwikkeling en godsdienstige op-
vattingen overeenkomt of althans daarmede
niet in strijd is.
Aan alle redelijke aanvragen voor boeken
en tijdschriften kon worden voldaan. Een
belangrijk deel van de zendingen naar Vlaan-
deren bestond uit tijdschriften, welke regel-
matig iedere maand worden ingezameld, dank
zij de welwillende medewerking van een ne-
gentigtal inwoners van Den Haag,' voor het
meerendeel leden van de Afd. s-Gravenhage.
Dit tijdschriftenwerk, oorpsronkelijk in-
gesteld door Mevr. Bloem-Maas, breidt zich
gaandeweg uit,' zöodat elke maand 4 tot 7
kisten kunnen worden verzonden.
Over het algemeen viel een belangrijke
verbetering te bespeuren in de hoedanigheid
van de afgestane leesstof, niet alleen 'wat de
innerlijke waarde, doch oók wat het uiterlij-
ke aangaat.
Sommige gevers hadden de vriendelijkheid
en goeden smaak eenig geld bij te voegen,
om de kosten van inbinden te bestrijden voor
enkele boeken,' die dit wel dringend noodig
hadden.
Vele voorbeelden zouden kunnen worden
opgenoemd van giften en daden, die een
zeer levendige belangstelling toonen voor het
algemeen nationale werk van de B.C. Met
opzet worden de namen van hen, die ons
zoo krachtig steunden, niet genoemd, daar
de meesten dit niet wenschen. Onder hen,
die ons steunen, zijn er gelukkig zeer velen,
die met geestdrift een zaak kunnen dienen,
met voorbijzien van den eersten persoon.
Op deze wijze konden ongeveer 5000 Kg.
goede boeken en tijdschriften in 1930 wor-
den ingezameld en verzonden.
Veel meer nog dan in 1 929 werd waarde
gehecht aan studieboeken voor alle leeftijden,
terwijl aan de Gentsche Hoogeschool een
flinke partij belangrijke proefschriften kon
worden overgedragen.
De behoefte aan goede boeken voor de
jeugd is zeer groot, grooter dan de moge-
lijkheid er aan te voldoen.
Met groote dankbaarheid moet worden
vermeld, dat de meeste Scheepvaart Mijen,
een geheele of gedeeltelijke vrijstelling van
vracht voor de boekzendingën toestonden.
Waar het mogelijk was, werd samenge-
werkt met andere instellingen, die ongeveer
hetzelfde beoogen als de B.C., doch daarbij
een meer bepaalde richting voorstaan.
De verhouding tot het Comité voor Lec-
tuurverspreiding aan Zendelingen was ook in
1930 zeer vriendschappelijk en wederzijds
kon hulp worden geboden. .
Daar in Zuid-Afrika de belangstelling voor
Nederlandsche letterkunde weer merkbaar
opleeft, tracht de B.G. on der de minder ka-
pitaalkrachtige kringen in Z.-A. aan dit ver-
langen naar Nederlandsche cultuur te gemoet
te kómen en worden pogingen aangewend,
om ook in Zuid-Afrika een middelpunt te
verkrijgen, van waar uit de leesstof verspreid
kan worden door hen, die meer met plaatse-
lijke toestanden op de hoogte kunnen zijn,
dan met de leden der B.C. het geval kan zijn.
J. P. BOLTEN, Directeur.
’s Gravenhage, 15 Maart 1931.
lü |
