Full text |
worden en dient de poging soms meermaals herhaald. Zo blijven 35 % van
alle UIA-aanvragen na de eerste doorloop van het Belgische IL-circuit
negatief. Hoe traag dit circuit vaak werkt moge blijken uit het feit dat na 2
maanden 12% van de aanvragen nog steeds niet zijn weergekeerd in de
vragende instelling (UIA).
Tabel 8. Kans op sukses bij IL-aanvraag
1. Statistisch controleerbare gegevens
TIJDSCHRIFT (T.S.) BOEK T.S. + BOEK
UIA — HHH 85,42%
UCL Fac. Gen. 82,8796 29 96 «Kg
UB Leuven Hüi 58,03%
UB Gent 68,51%
2. Ramingen
KB 54%
Gent, Landbouwwet. 80 96 75 96 77 %
UB Kortrijk .„•TT-,: ; 8096 —
RUCA pajug-i, 66 %
UFSIA — — 75 %
SB — 85 %
LUC 90 96 4096
Handelshogeschool 1JgjgES 90% —
KBIN — 50 %
K. Mij. Dierkunde — — 70 %
ITG >90 96 <50% —
VEV 90 96 60% 75 %
Agfa-Gevaert 80 96 50% 65 %
SCK Mol 80 96 45% 75 %
Erger nog is dat vele formulieren nooit op hun vertrekplaats te-
rugkeren. Gemiddeld “verdwijnen” in België 5 à 6% van alle aanvragen.
Maar het kan bij moeilijk terug te vinden items oplopen tot 45 % (UCL —
Faculteit Geneeskunde, medische literatuur). Ook op dit gebied vormt
België geen uitzondering. In Duitsland steeg tussen 1971 en 1972 het aan-
tal formulieren, die nooit op hun vertrekbasis terugkeerden, van 3 naar
4,5%. De Universiteitsbibliotheek van Saarbrücken zag tussen 1965 en
1972 het aantal niet teruggekeerde IL-aanvragen stijgen van 1,7% tot
5,5%.60
De schuld van dit verlies van formulieren ligt veel minder bij de post
dan wel bij de onnauwkeurigheid en zorgeloosheid bij het behandelen van
de aanvragen in de gesolliciteerde bibliotheken. De mantel van de anonimi-
teit bedekt al te gemakkelijk sommige laakbare handelingen.
46 / Bibliotheekgids—Jg. 53 — Nr. I—1977 |