Full text |
zelfs van instemming of afkeuring. Boek
en krant waren zijn gezelschap, een ge-
zelschap dat hem nooit verveelde; dat
dankte hij aan zijn onders.
En nog iets schonken zij hem. iZelven
hoog en verfijnd in. manieren, gaven zij
hun zoon de fraaiste wellevendheid, eer-
lijk en weldoend sieraad van een zacht
gemoed. Die hem kenden, weten het:
mea kon geen mensch ontmoeten van be-
tere manieren; zoo bescheiden, beminlijk,
beleefd en hulpvaardig als hij was, zijn er
niet velen; niemand heeft hij ooit ge-
kwetst, en men zou het wel laten hem te
kwetsen. Ook daarvoor mocht hij zijn
ouders mede danken, en zoo inderdaad
dat paar door liefdevol begrip van hun
overfijnen zoon hem dat aanbracht, wat
hem, den zwakke en teere, met die zwakte
geschikt kon maken voor een arbeidzaam
en in den arbeid gelukkig leven, gesteund
door de kunst om zich vrienden te winnen,
— dan voorzeker werd zelden een zoon
zóó goed opgevoed, als Gidéon Busken
Huet door Conrad en Anna.
Als jongeling reeds werd hij Fransch-
man, maar zijn geboorteland vergat hij
nooit. Niet enkel bleef hij de taal van
Holland vlug en helder schrijven en spre-
ken ; niet enkel deelde hij veel van zijn
kennis hier enin Indië mede, met tijd-
schriftstukken en politieke overzichten,
maar hij schonk ons — samen met zijn
moeder — uitgaven ons dierbaar, de
Brieven van zijn vader, de Brieven van Pot-
gieter. Dat en veel anders schonk hij aan
zijn land, en de gezagswereld eerde hem
met ridderorden en doctoraat; erkentelijk
nam hij ze aan, die bewijzen van waardee-
ring, schoon niet zonder eenigen bitteren
weemoed, dat Holland hem schonk, wat
het aan den geweldigen vader onthield.
Maar Holland eerde dan den zoon en hij
kreeg wat hem toekwam van een land, dat
hij liefhad, waaraan hij diensten bewees,
en dat zijn geboorteland was.
H. Havard +
Op 2 November overleed te Parijs Henry
Havard, inspecteur-generaal van Schoone
Kunsten. Havard, die 84 jaar oud is ge-
worden, heeft zich bijzonder toegelegd op
de studie van Hollandsche kunst en oud-
heid en naam gemaakt met een boek over
Delftsch aardewerk Histoire de la fayence de
Delft, dat in 1877 uitkwam. Daarvóór, in
1872, had hij reeds geschreven Les merveil-
les de l'art hollandais à Amsterdam en Objets
d'art et de curiosité, tirés des grandes collec-
tions hollandaises. Zijn werk over la Hol-
lande ‘pittoresque verscheen van 74 tot '78
in geïllustreerde serie's; zijn Amsterdam et
Vénise met gravures van Flameng en Gau-
cherei in '76: L'Art et les Artistes hollandais,
La terre des Gueux, Histoire de la peinture
hollandaise en vooral La Hollande à vol
d'oiseau behooren tot zijn meest gewaar-
deerde werken. Ook voor het kunstonder-
wijs heeft Havard zich bijzonder verdiens-
telijk gemaakt door studieboeken, die thans
nos vaak worden geraadpleegd en waarin
L'art dans la maison, grammaire de lameuble-
ment (1887), Dictionnaire de l'ameublement et
de la décoration (1899) ‘en Histoire de L'orfèvre-
rie francaise (1896) de voornaamste zijn.
ALLERLEI
Boekverkoop onder open lucht !
In het Als. Handelsblad lazen wij on-
langs de volgende schilderachtige voor-
stelling :
«Ach, neen, het is maar: romanverkoop
in de open lucht in Florence.
Kijk, daar komteen heel groote, flink-
gebouwde kerel aan met fikschen haardos
op het hoedlooze hoofd. Op de manier,
waarop een kellner zijn presenteerblad
draagt tusschen een dringende menigte,
ver boven ‘t hoofd, houdt hij op zijn vlak-
ke hand drie boeken in crême omslag ge-
brocheerd.
In een stillen hoek van een plein legt hij
de boeken op den grond, en ziet: alsof
de zaak vooraf in scène is gezet, komen
menschen naar den hoek en gaan heel
netjes in een grooten kring om de drie
boeken heen staan.
« Fiorentini!» aldus begint «de geachte
spreker van dezen ochtend ” zijn rede,
« Fiorentini! de tijden zijn allerberoerdst.”
En dan nog veel meer « over de teekenen
39 |