Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>BLONDINA. De straf was verschrikkelijk, ik beken het, moeder; doch de toestand, waarin vader destijds door het toedoen zijns zoons verkeerde wettigde zulke strengheid. Mochten wij een dag zoo gelukkig wezen den verdwaalde. die wellicht reeds zijne zonden bitter geboet heeft, met een berouwhebbend hart in ons midden weder te zien. Mocht hij, door een voorbeeldig gedrag, dp nieuw vaders vriendschap verwerven, dit ware gewis de schoonste dag mijns levens.</p>
<p>LIESBETH (haar in vervoering omhelzend. Zacht muziek.) Dank, mijn kind, dank, voór die troostvolle woorden. 0! ja, ik ben zeker dat hij geboet heeft, dat hij in die groote stad, gedurende den afgeloopen winter, verre van zijne ouders, honger, koude en gebrek aan alles heeft geleden. En zie, al heeft hij ook zwaar gezondigd, hij is immers toch mijn kind, mijn zoon, niet waar? Indien hij zich bleek, verhongerd en verarmd, gelijk zijn wezen mij in het kreupelhout getroffen heeft, voor de deur onzer hoeve aanbood, en mij met een enkel woord van berouw vergiffenis kwam vragen, ondanks alles wat zijn vader</p>
<p>nog eenen voet in ons midden durft zotten, doe ik u met de honden van hier verjagen. (Met droefenis) 0! dergelijke wreedheid kon mijn moederhart niet verduren. Ik wilde toesnellen, vader weérhouden, doch zich tot mij keerende, voegde hij er op strengen toon bij : Liesbeth, zoo gij eenen stap ter zijner bescherming doet, één •woord ter zijner verdediging inbrengt, verlaat ik onmiddellijk de hoeve, en nooit zult gij er mij meer wederzien! Bij het hooren dier bedreiging, slaakte Flip eenen smartelij ken gil, snelde de poort uit, en sinds dien hebben wij niets meer van hem gehoord.</p>
</text>
|