Full text |
Het laatste bibliografisch werk dat hij uitgaf is zijn Erasmus bibliogra-
fie, eigenlijk een « Overzicht van de werken en uitgaven van Desiderius
Erasmus, aanwezig in de Bibliotheek der gemeente Rotterdam», met «Aanvul-
lingen en aanwinsten Juli 1936-Nov. 1937», en «De Nederlandsche vertalin-
gen van Erasmus» (16).
Het is trouwens de heer de Vreese die de Erasmusverzameling der
Rotterdamsche bibliotheek met enkele honderden nummers kon verrijken.
(16) In «Het Boek», XXTV (1936).
OFFICIEELE MEDEDEELINGEN
INDRUKKEN BIJ HET Ve CONGRES VAN
BOEK EN BIBLIOTHEEKWEZEN
Leuven 1938.
Het Wetenschappelijk Congres van Boek-
en Bibliotheekwezen heeft zich eens te meer in
een zeer groote belangstelling mogen verheu-
gen. De traditie is geschapen. In het raam
van de wetenschappelijke congressen slaan wij
geen slecht figuur. De werkzaamheden gaan
steeds vlot van de hand, voor afwisseling is
gezorgd; een gevuld werkplan blijkt in den
smaak te vallen.
Een groote verandering viel aan te stippen:
de voorzitterszetel was bezet door L. Baekel-
mans, nu prof. Sabbe ons ontrukt werd.
Wat omgang en contact betreft : als steeds
kenmerken de openingen van de zittingen zich
door een «aangenaam gekout» waarin over
honderd zaken wordt uitgepraat ; kennis ge-
maakt enz. Het aanknoopen en vernieuwen
van vriendschapsbetrekkingen blijft wellicht een
van de voornaamste punten en baten van der-
gelijke congressen.
Het is onnoodig hier reeds verslag uit te
brengen over de werkzaamheden. Een uitge-
breid verslag van den secretaris zal, wij hopen
weldra, in de Handelingen verschijnen, zoodat
wij ons bepalen kunnen bij een paar algemeene
indrukken.
Wij vergeten niet zoo gauw de stille wijding
waarin het gehoor kennis nam van prof. Sab-
be’s tekst. De plechtige stilte daarna had iets
zeer voornaam over zich.
Minder kalm was de atmosfeer na de zeer
mooie uiteenzetting van dr. Greve, toen weer
eens te meer vergeten werd, dat in het kader
van de Wetenschappelijke Congressen den
toon van het polemisch betoog niet past. Wij
meenen goed te doen er hier nog eens nadruk-
kelijk op te wijzen, dat het vraagstuk van de
openbare bibliotheek in België moet onderzocht
worden op de aller objectiefste wijze, aan de
hand van de ondervinding elders, en met éen
enkel doel voor oogen: de navolging en de ver-
zekering van een zoo hoog mogelijk gevestigde
algemeene cultuur. Het zal veel beter zijn de
belanghebbenden van diverse pluimage eens
extra bij elkaar te brengen om de standpunten
te onderzoeken, te meten en te verzoenen dan
regelmatig te botsen op onverkwikkelijke mee-
ningsverschillen, die blijk geven van gemis aan
technische voeling, en buitenstaanders op een
wetenschappelijk congres maar matig kan inte-
resseeren. Er is meer: het vraagstuk van de
op. bibl. is er een van algemeen belang en
heeft zeer zeker ook belang voor den weten-
schappelijken bibliothecaris, maar... hij mag niet
den indruk krijgen, dat het terrein van de op.
bibl. er een is van wijsgeerige of politieke be-
twisting.
Trouwens de stand van onze cultuur eischt,
dat een oplossing wordt gevonden. En noodza-
kelijk is het dan deze oplossing te fundeeren
op de kennis van het vraagstuk, zooals het
zich hier stelt en zooals het zich elders heeft ge-
steld. Wij zien de uitkomst heel goed voor ons
liggen, omdat wij slechts één doel beoogen: het
bibliotheekwezen. Mogen wij gespaard blijven
voor een bibliotheekoorlog, waardoor de cul-
tuur in het gedrang komt. De bespreking in
het Ve Congres heeft velen geleerd ■— en niet
alleen vrijzinnige elementen — dat de aprioris-
tische en weinig wetenschappelijke stelling com-
batief gezien zeer aantrekkelijk kan zijn, maar
dat zij in haar wezen zoo begrensd is, dat met
haar nooit uit een cercle videux te geraken
is. Gelukkig heeft het napraten aan tafel heel
wat zaken minder puntig gesteld.
Zoolang echter het vraagstuk van de open-
bare bibliotheek bekeken zal blijven van uit
het standpunt van de monopoliseering van de
boekenontleening, blijven wij in den put zitten
en zeker als deze uitleening------door den gees-
telijken stand van den bibliothecaris — den |