Full text |
R. PUT, BIBLIOTHECARIS GEMEENTELIJKE OPENBARE BIBLIOTHEEK - HEUSDEN.
janls met de snor
Hij is al een eind in de zestig, gepensioneerd mijnwerker en heet Janis : Janis met nog
een ellenlange Oost-Europese naam daarachter, haast niets dan medeklinkers. Meneer
Janis drukt me altijd hoffelijk de hand als hij zijn vracht boeken komt inruilen. Want
Janis, oud-mijnwerker, is een man met stijl en zijn kennis reikt ver boven mijn muts. In
één enkel babbeltje kan hij het hebben over : de franse filosoof Jean-Paul Sartre, de
stommiteiten die de Russen begingen in hun ruimtevaartprogramma, de achtergronden
over de zaak Soltzjenitzyn en de negatieve sporen, die de westerse weelde volgens hem
achterlaat bij onze jeugd. Dat is al een hele boterham wetenschap, die je zo maar niet
opscharrelt in de krant of op de kijklamp. Na elk bezoek weet ik iets meer over deze
merkwaardige man. Hij is geboren en opgegroeid in het woudrijke Letland, een klein
landje dat de Russen met heel veel bloedrode correctorinkt van de kaart hebben geborsteld.
Zo mooi en zo hàrd toch ook weer zegt Janis dat. Na zijn jeugd, vermoed ik althans,
moet hij door het oorlogstumult uit zijn land gejaagd zijn. Hoe en waarheen ? Weet
Janis nog waar hij overal zat ? Want soms slaat Janis van het A.B.N. over naar een
accentloos Duits. Een andere keer laat hij een paar Franse volzinnen ronken met een
zwier, die een kamergeleerde zou doen steigeren van afgunst. Misschien lost hij volgende
keer iets over de kampen, waar hij die ondertoon van pessimisme moet opgelopen
hebben, die hij echt niet kan verbergen. Ofwel springt hij bij zijn volgend bezoek weer
eens op zijn religieus stokpaardje. Allemaal erg diepzinnige dingen als : de verdorde
leer van Boeddha, de ongerijmdheid van Mohammeds Koran, het fanatisme van Calvijn
en de historische blunders van het Katholicisme. De bijbel moet hij ongeveer glad van
buiten kennen. Om hem enigszins te kunnen volgen, heb ik nu ook maar wat in de
bijbel geduimeld, want Janis had het laatst over de knappe dochters van Lot. En het
klopte nog ook: in de Genesis, hoofdstuk 19, staat het verhaal over die Lot en ondanks
de gesluierde bijbeltaal, blijkt toch dat die twee meisjes van Lot echte pinups moeten
Öeweest zijn. Vroeger op de schoolbanken hebben we nochtans nooit een woord over
(Jie dochters gehoord. Wel was er iets aan de hand met Lot’s vrouw, die in een zoutzuil
veranderde omdat ze omkeek naar de ondergang van Sodoma en Gomorra. Zou ik aan
mijn vriend Janis durven vragen, waarom er destijds over die bijbelmeisjes gezwegen
werd in alle talen ? Janis zal wel weer een wijs antwoord geven of misschien helemaal
niets zeggen en zijn spotlach verbergen onder zijn snor, ruig en groot als een poetsborstel.
80 / Bibliotheekgids — Jg. 51 — Nr. 2 _________ 1975 |