Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>Uit Wintergem, zeker, het knappe haasje, dat verleden jaar al de prijzen zijner klas wegdroeg? —Dezelfde, meester .Welnu, als zijn oom hem dezen avond vroeg waar hij zijn schoentje zetten wilde, schoot Fransken in een luiden lach. Het gelooft aan Sint Niklaas niet meer. Goed voor kleine kinderen! Het zegt dat deze, die in den Hemel wonen, wel dom zouden zijn, moesten zij er uitkomen; dat de schouwen veel te smal zijn om er eenen heilige door te laten, en dan nog in 't gezelschap van eenen ezel; dat Sint Niklaas zijne gouden koorkap zou zwart maken aan 't roet van de schouw; dat het vader en moeder zijn, die de schoentjes vullen, terwijl de kinderen slapen, enz., enz., te lang om te melden. Gij hadt dat ding eens moeten hooren praten, net een advocaat!</p>
<p>Een- e pijnlijke plooi verwrong het goedig gelaat van den Heilige.</p>
<p>Nu weet ik er alles van, kreet hij. Als ze zelfs in de pastorijen mijn bestaan in twijfel trekken ! Er zijn geen kinderen meer.... Marten, span dPn ezel uit; we gaan tot de aarde niet! _ _ _ _</p>
<p>En met een diepen zucht liet hij zich in den diamanten zetel vallen,. vóór het haardvuur.</p>
<p>Onze Lieve Vrouw trok juist voorbij, gevolgd door een aantal pas verloste zieltjes. Twee engelkens, de liefste, poezeligste bakkesjes, die gij met oogen zien kunt, droegen lachend en lonkend den langen sleep van haren helder blauwen mantel. Hij lag vol witte vlokken, als zoovele diamanten, glinsterend in het hemelsch licht.</p>
<p>En Maria lachte en lonkte mede, zij smaakte het inwendig genoegen van het verrichte goed werk.</p>
<p>En-de-twee engelkens zongen met kristalen stem. mekens, als de meidauw zoo frisch, als het avondwindje in de sparrenbosschen zoo zacht, de vanouds gekende wijs:</p>
</text>
|