Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>revolutiën. Wie had durven voorzeggen dat de weigering van eene belasting op het zout te betalen op de onthoofding van Karel I, en de bijeenroeping der Generale Staten op de halsrechting van Lodewijk XVI zouden uitgeloopen zijn? Wij durven zeggen, zonder vrees van tegengesproken te Worden, dat onder de vier honderd duizend personen, die de verzoekschriften aan het Hollandsch gouvernement gericht, onderteekenden, er geen 25 waren die eenig vooruitzicht hadden van de gevolgen, welke eene dusdanige beweging na zich moest slepen, en het getal niet grooter was van hen, die van den beginne af, voor radikale scheiding van Holland en elgie, voor de onherroepelijke verval-verklaring der Oranje's en voor de republiek streden. En nogthans is de omwenteling uitgebroken, hebben allen er aan medegeholpen, allen haar uitbarsten toegejuicht, alhoewel de meerderheid hunner blijken hadden gegeven het verkeerde te willen. Wat zou er gebeurd zijn hadde de meerderheid der bevolking van beide landen geweten wat er voorvallen ging? Het antwoord valt in het domein der waarzeggers. Heeft de omwenteling goed of kwaad gedaan? Zij heeft goed gedaan voor de groote burgers, wiens wensollen zij ten volle heeft bevredigd, want Belgie mag als het luilekkerland dier burgers gerekend worden; zij deed goed aan de priesters, voor wie zij den weg opende tot die rij kdommen en heerschappij, welke wij haar heden nog zien bezitten, en aan wie zij de staatsmacht gedurende meer dan een kwart eeuw en de oppermacht in het onderwijs gedurende eene halve eeuw schonk. Aan het volk heeft zij geen enkel voordeel gebracht,</p>
</text>
|