Full text |
mond, waar hij haar zeggen laat bij de die niet over haar lippen kon komen,
aanvang tot Lanselot : „I love you De vertaler is hier getreden buiten de
evermore“.WatSanderyn gezegd heeft: lijn van Sanderyns gereserveerdheid,
„Al eest, dat ic u met herten minne" van haar geregelde bedachtzaamheid,
springt alleen uit de band in de Engelse niet zozeer om der wille van het rijm,
vertaling, in niet te verantwoorden dan wel uit onzes inziens die inadekwate
onvoorwaardelikheid. Het is, in het interpretatie.
Engels, een romantiese ontboezeming, ANTOON JACOB
TIJDSCHRIFTEN
Een mooi stuk over Openbare leeszalen
en de kunst van het lezen schrijft
Mr. P. J. C. Tetrode in Vragen des
Tijds (Maart). Het Bulletin du
Bibliophile (1 Maart) brengt een
chronique van Vandérem over Védition
originale d'Adolphe, een opstel van
Joseph Aynard over l’illustration roman-
tique, een van Dr. Louis Bouland over
Pierre Arnaud II de la Briffe en de
voortzetting van reeds begonnen
studies.
In de Nieuwe Taalgids (Maart)
publiseert Prof. dr. C. G. N. de Vooys :
De twaalf sonetten van de Schoonheyt
ten onrechte aan Bredero toegeschreven.
In Boek en Kunst van Feb. geeft
Lode Baekelmans een overzicht van de
Bibliophilenuitgaven in Vlaanderen. In
De Witte Mier treedt vooral de
figuur van de pas overleden Franse
dichter Maurice du Plessys op de
voorgrond, een discipel van Moréas
(Maartnr.)
’t Fonteintje spruit bijdragen van
de getrouwen en een fragment uit een
roman van Raymond Brûlez.
De Revue de Genève brengt van
Henri Henquinez : Flandre et Wallonie
en van Salvador de Madariaga : Le
Génie de l’Espagne.
Jules de Gaultier schrijft in de Mercure
de France van 1 Maart een belang-
rijk stuk over Le Lyrisme physiologique
et la double Personnalité d’Arthur Rim-
baud. Europe van 15 Maart brengt
een lezing van Paul Arcos over Le
roman et la sensibilité d’après guerre.
In het Nederlandsch Tijdschrift voor
Volkskunde zet Victor de Meyere
zijn reeks Vlaamsche Sprookjes voort,
(afl. 4-6 van jg. 1923).
Elsevier brengt o. a. een geïllustreerd
opstel van R. W. P. de Vries over de
Belgiese, thans in Holland verblijvende
beeldhouwer Albert Termote. In Deut-
sche Kunst und Dekoration (Maart)
maken we kennis met de schilders
JuliusHütheruit München, Oskar Moll
uit Breslau en Ernst Fritsch (een
navolger blijkbaar van Rousseau) uit
Berlijn. Het Maartnummer van
Vlaamsch opvoedkundig Tijd-
schrift is aan de historicus en paeda-
goog Prof. Clemens Baumker gewijd.
In Le Théâtre (1 Feb.) vinden we een
overzicht van het modern toneel in
Duitsland, door Ivan Goll, en een
verslag over de première van Knock ou
le triomphe de la Médecine door
Jules Romains, met als supplement de
tekst zelf van deze komedie.
In Tooneelgids (Maart) behandelt
Leo van Dorpe De strijd om het
tooneel.
Een belangrijke herverschijning is die
van Pædagogische Studiën,
Maandblad voor Onderwijs en opvoe-
ding, tevens orgaan van het Nutssemi-
narium voor pædagogiek te Amsterdam,
van de Vereeniging voor pædagogisch
onderwijs aan de Rijksuniversiteit te
Groningen en van het Dr. Bos-Fonds
te Groningen. Er werd gezocht, zegt
het prospectus, naar verbreiding van
opzet; het wetenschappelik karakter
van het tijdschrift zal onveranderd
blijven, doch „wel verre van de practijk
gering te schatten, achten wij juist op
het gebied van onderwijs en opvoeding
117 |