| Full text |
werk. Ook de traditie mag hier een woord meespreken. Bijna
een eeuw geleden maakte de geniale Willem de Clercq een begin
met de algemeene literatuur-studie te onzent door zijne Verhande-
ling over den invloed der buitenlandsche letterkunde op de onze;
een werk, dat ons niet meer kan bevredigen, doch dat de groote
verdienste had van het initiatief. Wat wij in de honderd jaren
daarna gedaan hebben om zijn werk voort te zetten, is alles samen
niet veel. Wij zijn aan ons zelf en zulk een voorganger verplicht,
hier meer en beter te doen.
« Zoo moge dan wie aanleg en neiging heeft voor onderzoek
van dezen aard, wie voor de toekomst van ons volk hoopt op de
ontwikkeling van een krachtig internationalisme uit den voedings-
bodem van ’n krachtiger nationalisme, het zijne te doen om de
studie der vaderlandsche letterkunde te verruimen en te verheffen
door die van algemeene en vergelijkende literatuurgeschiedenis ».
In dit eerste deel gaat Prof. Kalff de wording van Volken
en Staten na, beschouwt de Kerk in en tegenover de Wereld,
de Renaissance, de verhouding van Geestelijken en Leeken, de
drie standen. De literatuur vergelijkt hij, de drie soorten : in
’t Vroede, in ’t Amoureuze, in ’t Zotte, waarna hij verrassend en
aantrekkelijk handelt over de kunst, de kunstenaars en het publiek.
« Westeuropeesche Letterkunde », waarvan wij dit eerste deel
slechts bondig kunnen aankondigen maar dat spoedig tot uit-
voeriger bespreking zal aanleiding geven, is een werk dat treft
door wonderbare belezenheid en synthetische bewerking.
II.
Prof. Kalff is een man van groote beteekenis in de Neder-
landsche cultuur. Hij is een rustig werkend, bescheiden geleerde
wiens boeken niet enkel rijk studiemateriaal voor literatuurbe-
oefenaars inhouden, maar daarbij van zooveel smaak getuigen
dat zij ook een vreugde zijn voor den kunstenaar.
Wie Prof. Kalff eens zag werd aangetrokken door den zachten,
trouwhartigen blik van den fleurigen Hollander. Zijn eenvoud
en onbevangenheid heeft menig Antwerpsch schrijver getroffen
toen zij, jaren voor den oorlog, na een voordracht van Prof. Kalff
in het Kunstverbond, met hem te gast waren ten huize van den
huidigen Minister Louis Franck.
Sindsdien hebben de Vlamingen hun bewondering voor
den nobelen geleerde niet meer kunnen uiten.
173
lli
Hnopristnaat. 12. ANTWERPEN |
