Full text |
Als onontbeerlijk kunnen 2 statistieken worden aangenomen : *
1. Hoeveel ingeschreven lezers ?
2. ƒ Hoeveel uitleeningen en van welken aard?
\ Aantal bezoekers van lees- en studiezalen ?
Verder, voor zoover niet in het minste afbreuk wordt gedaan
aan den goeden gang van de zaken, kan men nog opgeven :
3. Beroep, geslacht, leeftijd van de lezers?
4. Aantal boeken in bezit van de instelling, en aard ervan ?
5. Aantal aangewonnen of verwijderde banden?
6. Financies en wat ermee in betrekking staat.
Het getal ingeschreven lezers wordt gemakkelijk opgegeven
volgens den tweejaarlijkschen hernieuwden lezersindex. Is er veel
tijd over dan is men ook in staat daarop een statistiek te maken
over beroep, geslacht en leeftijd van de lezers.
Het aantal uitleeningen en de rubrieken van de uitgeleende
werken bekomt men door ’s avonds de kontokaarten van den dag
na te tellen. Daar er in de leeszalen doorgaans geen regelmatige
inschrijving van de bezoekers wordt gevergd-B-’t is ook niet wensche-
lijk — is het moeilijker preciese getallen op te geven.
Bij het houden van een herziening kan van de gelegenheid
gebruik worden gemaakt om het aantal banden per afdeeling na
te tellen die in ’t bezit van de instelling zijn. Tegelijkertijd is men
dan zonder te groote moeite in staat een overzicht te houden van
de tijdens het jaar aangewonnen of verwijderde werken.
Wat de financieele balans van de instelling aangaat geve men
uitvoerig de verschillende bronnen van inkomste, naast de uitgaven
aan personeel, boekenaankoop, bindwerk, onderhoudskosten van
gebouw en uitrusting.
Volledigheidshalve en vooral ten dienste van het bibliotheek-
wezen in ’t algemeen kan nog worden toegevoegd het aantal leden
van het personeel en de uren en dagen van openstelling.
Herziening.
Het is wenschelijk dat op regelmatige tijdstippen over de
verzameling herziening wordt gehouden, waarvan de bedoeling
niet alleen beperkt blijft tot het nazien of alle boeken nog voorhanden
zijn, maar ook in welken toestand zij zich bevinden. Dan is het
’t oogenblik de versleten en bevuilde werken, die tijdens de drukte
van het dienstjaar niet verwijderd werden, af te voeren en samen
* E. Jaeschke. Volksbibliotheken, blz. 155.
184 |