Full text |
nik die van 1500 tot 1590 (ongeveer)
heeft geleefd en zijn werk over de ge-
schiedenis van oud-Mexico behoort tot
de merkwaardigste geschriften over dit
onderwerp; want de beste Indiaansche
overleveringen liggen daaraan ten
grondslag. Toen Sahagun omstreeks
1529 in Mexico aankwam, begon hij
weldra aan de studie van deze antieke
kuituur, waartoe hij zich de Azteksche
taal had eigen gemaakt. Indiaansche ge-
leerden onderwezen hem m de kennis
der gebruiken, van den kalender, de
jaarlijksche feesten, de godenwereld en
de oude historie van het door Cortes on-
derworpen rijk. Wat de Azteksche des-
kundigen hem mededeelden, bracht hij
op schrift, en wel in de Azteksche taal
van de bovenlanden; nog als grijsaard
maakte hij van dezen tekst afschriften
en ook een Spaansche vertaling.
De kostbare Azteksche aanteekenin-
gen zijn eeuwen lang in Spanje en in
Italië zoo goed als onbekend gebleven,
totdat Sr. del Paso y Troncoso een fac-
simile-uitgaaf bezorgde van den deels
moeilijk leesbaren tekst: de Spaansche
vertaling werd in het begin der I9de
eeuw gedrukt: dit is de uitgaaf van Lord
Kingsborough, Mexican Antiquities, en
van Bustamente in Mexico (1829). Maar
deze Spaansche vertaling geeft slechts
ongeveer den inhoud van den oorspron-
kelijken tekst, die natuurlijk de voor-
keur verdient, ook uit taalkundig oog-
punt. De facsimile-uitgaaf van del Paso
y Troncoso is een belangrijk dokument,
zeer omvangrijk, maar zij heeft alleen
waarde voor de weinige vakgeleerden,
die met opzien tegen het ontcijferen van
-1 Azteksche handschrift.
Professor Eduard Seler is tientallen ja-
ren geleden begonnen een afschrift te
maken van het geschiedkundige werk
van Sahagun, daarna aan een filolo-
gisch-nauwgezette vertaling; alleen Se-
ler, die de Azteksche taal machtig was
en voor wie de oud-Mexikaansche ge-
dachtenwereld geen geheimen had, was
tot dezen arbeid in staat. Volbracht
heeft hij hem niet: hij overleed vóór
hij de gansche vertaling had ten einde
gebracht. Maar wat hij heeft nagelaten,
is een schat voor hen, die in dezelfde
richting willen voortwerken. En het zijn
deze hoofdstukken, die thans het licht
zullen zien, in de Azteksche taal en in
het Duitsch. Mevrouw Caecelie Seler-
Sachs geeft aan deze uitgaaf haar zor-
gen, in samenwerking met prof. dr. W.
Lehmann, van het Museum für Volken-
kunde te Berlijn. Voorts hebben van
hun belangstelling in de min of meer
gewaagde onderneming doen blijken
prof. dr. F. Boas, te New-York, dr. Ri-
vet, te Parijs en prof. P. W. Schmidt, te
St. Gabriel-Mödling. Dit is, men be-
vroedt het, geen boek om « zoo maar »
te doen drukken en in den handel te
brengen; de uitgevers beginnen eerst
met zetten, wanneer er 120 inteekena-
ren zijn. De bedoeling, is, in het voor-
jaar van 1926 het eerste deel te doen
verschijnen, een jaar daarna, quitoaia in
axcan ce xivitl, zooals het heet in ’t Az-
teksch, het tweede deel.
(N. Rotterd. C.)
INHOUD :
Huldeblijken aan Baekelmans . . 89
M, G. : « De
mannen van EIck
Wat wils» "... . I . . 112
E- D- B-: «Uit grauwe Nevels» 114
Nieuwe boeken . . . . . . 116
Boekbesprekingen . . . 117
Uit onze aanteekeningen . . . 121
124 |