Full text |
II. ALGËMËENE literatuur.
PATER Dt BERT MJSSIAEN. —
- Volkshuishoudkunde. — « Excelsior»
Brugge. 1925. — Prijs jr. 30.
De Nederlandsche literatuur is arm
aan wetenschappelijk werk op ge-
bied van Staat- of Volkshuishoudkun-
de —1 om den term te noemen die Pa-
ter Dï Missiaen de verdienste heeft te
gebruiken. Inzonderheid waar het dan
leidraden betreft, die « up to date »
zijn met de Belgische sociaal-ekonomi-
sche wetgeving, is dit boek een van
de Weinige, die bestaan. En onder die
Weinige zal het belist verdienen een
eereplaats in te nemen.
Wezenlijke oorspronkelijkheid kan
dit boek moeilijk toegekend worden;
behalve Wat een paar hoofdstukken be-
treft, schijnt de schrijver vooral op het
oog te hebben gehad den stand der po-
litiek-ekonomische wetenschap op dit
oogenblik op bevattelijke en zooveel
mogelijk volledige wijze weer te geven.
En dit doel is dan ook op zeer be-
vredigende wijze bereikt. Bij zoover
zelfs —' dit is dan wel « le défaut de la
qualité»-S dat de uiteenzetting op ette-
lijke plaatsen wat te zeer met doku-
mentatie geladen is : Zoo wordt de
klaarheid en het verband van het we-
tenschappelijk betoog soms wel iets ge-
schaad door de komplikatie van inlich-
tingen, namenopgaven, verwijzingen en
statistische aanhalingen.
Veel wordt bij dit al goedgemaakt
door de stevige struktuur van het boek,
door de verstandige verdeeling van de
behandelde stof. Bovendien draagt de
filozofisch-historische ondergrond van
Dr Missiaen’s werk er niet weinig toe
bij om de methode verdiensten aan
duidelijkheid en gevolgmatigheid bij
te zetten. Een onmisbaar streven haar
objektiviteit verhoogt nog de weten-
schappelijke Waarde van Dr Missiaen’s
boek.
Alleen Wat materieele uitvoering en
taalzuiverheid betreft, kleeft er meni-
ge vlek aan. En dat is jammer, want
vaak schaadt dat den inhoud. L. C.
Dr P. LEENDERTZ Jr. Het Wil-
helmus aan NassouWe met verklaring
en historische toelichting. Zutphen.
W.J. Thierrïe en C°, 1925 — Prijs
f. 275, geh. f. 3.75.
Een diepgaande studie over het veel
omstreden Wilhelmus. Dtr Leendertz,
die ons vóór enkele maanden de mo-
deluitgave van Dt Kuiper’s Geuzen-
liedboek bezorgde, onderzocht hier
opnieuw de beteekenis, het ontstaan
en de melodie, de geschiedenis in en
buiten Nederland van dit lied van den
prins van Oranje. Uit den rijken in-
houd stippen wij volgende stellingen
aan : het Wilhelmus is zeer waarschijn-
lijk gedicht door Marnix van St Alde-
gonde op het einde van 1568 of bij het
begin van 1569. Het is niet zoozeer
een troostlied, dan wel een apologie
van den prins tegen een reeks misdrij-
ven waarvan hij beschuldigd werd. De
Nederlandsche tekst is de oorspronke-
lijke, niet de Fransche of de Doitsche.
Bizonder belangwekkend is de geschie-
denis van het lied: een zeer intéressant
hoofdstuk, ook voor de geschiedenis
der politieke gedachten in Nederland.
—i Het keurig uitgegeven boek is een
uitstekende bijdrage tot de Wilhelmus’
litteratuur die er op weinig punt ver-
uitstekende bijdrage tot de 'Wilhelmus-
litteratuur die er menig punt verjongd
m uitkomst, onzes inziens definitief.
H. J. Elias.
119 |