Full text |
VLAAMSCHE VOLKSVERTELSELS
opgeteekend door Guido Gezette. —-
Brussel, De Standaard.
Een zestal in tijdschriften opgesnor-
de Vlaamse vertelsels, die, hoewel
overbekend, onder de hand van de
meester zulk een eigenaardig en fleu-
rig aanzien hebben gekregen in hun
naïeve eenvoud, dat men onder t le-
zen onwillekeurig n recht wonnige Ge-
zel! e-gliml ach om de lippen voelt kitte-
len.
Naast de vorige nummers van de
reeks « volksvertelsels » kunnen we dit
deeltje dan ook niet anders dan heer-
lik noemen.
P. HILDA. ;—■ Fantasia. — Brussel,
Lielens.
Een boekje ontspanningslectuur voor
schaakspelers, kan ik het gerust noe-
men. Met haar tintelende humor, brui-
sende levenslust, grappig zelfvertrou-
wen, kon de jonge schrijfster even
goed op ander gebied beland zijn om
deze toekomstbelofte te schrijven. Van
haar keus tusschen twee wegen : naar
het meesterschap in het schaakspel of
naar meer meesterschap over de taal
zal het afhangen of we van haar op lit-
terair gebied verrassingen mogen ver-
wachten.
Ook vanwege de uitgever is deze uit-
gave een flinke poging.
Geen ernstig schaakboek, of dit
werkje hoort er naast. R. G
P. GERTENBACH & H. VAN SLOO-
||j '• benige belangrijke ver-
schijnselen uit het leven der Nederl.
taal Groningen. J.B. Wolters 1925
Nauwelijks een jaar na het verschij-
nen van den eersten druk waarop wij
hier de aandacht vestigden, ontvangen
wij een herdruk. Zeker een bewijs dat
het werk een belangstellend publiek
vond.
Hier en daar is het een en ander ge-
schrapt, waarschuwen de schrijvers,
omgewerkt of aangevuld. Het hoofd-
stuk « Veranderingen in de klanken »
is geheel omgewerkt, terwijl twee nieu-
we hoofdstukken : « Groeptalen » en
« Kindertaal » zijn toegèvoegd.
Een boek dat naast Th. Lancé, «Uit
het Leven van de Ned. Taal », een
plaats verdient in de handbibliotheek
van elke leeszaal. L. B.
F. A. MITCHELL-HEDGES. — De
Strijd met de Reuzenvisschen.
Amsterdam, Em. Querido.
Doel van den schrijver was, tijdens
een tweejarig diepzee-onderzoek, ma-
teriaal te verzamelen voor zijn stelling
dat « er in den Oceaan nog dieren le-
ven, welke uit het Mesozoïsche tijd-
perk stammen ».
Als jachtterrein koos hij eerst de Ca-
ribische Zee, later dien Stillen Oceaan,
en meer bepaald ter hoogte van het
P anama-kanaal.
Hij begint héél bescheiden met wat
riviervusch, een snapper, een tarpon,
een barracouda, enz. Vervolgens moe-
ten roggen, haaien, zeekoeien, zaag-
visschen aan den haak; en geen klein-
tjes. De visscher moet weldra speciaal
vischtuig laten vervaardigen op een...
scheep sti mmer wer f.
Het verhaal is, als wetenschappelijk
document, heel verdienstelijk. De
schrijver deed met enkel aan sport,
maar ook aan dierkundige waarne-
mmg. Het boek werd daardoor een
merkwaardige bijdrage tot de biologie
der reuzenvisschen. V. V, d. B.
120 |