Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>STEPHANIE. Inderdaad, nu gij mij dat zegt !En gij zijt briefdrager geworden?</p>
<p>SPRTELS. Gelijk gij ziet, Mevrouw. Ik ben beambte van het Ministerie van openbare werken, afdeeling der ijzeren wegen, posten en telegrafen, met eene jaarwedde van negen honderd francs, ongeveer twee honderd francs in nieuwjaarsgiften, die ik niet mag ontvangen, en die ik toch aanvaard, en alle twee jaren eenen nieuwen uniform, dien ik moet ontvangen en vooraf betalen a. u. b. (Tot Staring,dielinks gezeten is en met de grootste aandacht en voldoening op het wezen het hem toegezonden stuk schijnt te lezen.) Is het vrachthoek geteekend, Mijnheer?</p>
<p>STEPHANIE. Zijt gij te vrede, Spartels ?</p>
<p>SPARTELS. Zeker ben ik te vrede, Mevrouw ; heb ik er geene redens toe? Oordeel liever : Wij ontvangen zoo wat, alles afgerekend, na aftrok van het geld der pensioenkas en de masse, tachtig francs per maand. Daarmede betaal ik ; zes en twintig francs voor de huur van twee kamerkens, acht francs voor mijne schoenen ik verslijt er bijna iedere maand een paar item zoo veel voor blokken, zokken en rokken; voor hemden, broeken en klee• deren van vrouw en kinderen. Voeg daar nu bij vier francs voor waschgeld, én vier francs voor vuur en licht, blijft juist dertig francs per maand of een francsken daags voor ons vijven wij hebben drij kinderkens om te eten. Of ikte vrede ben ! (tot Staring die steeds voortleest.) Is het vrachtboek geteekend Mijnheer?</p>
<p>ook. Herinnert gij u Klaas Spartels niet meer, die, toen gij nog bij uwen oom, den braven Kranshof waart, als boodschaplooper in het kantoor diende, en die u eiken dag naar de school moest leiden?</p>
</text>
|