| Full text |
voor te brengen die de interesse kunnen wekken van hen die begaan
zijn met de problematiek van onze universiteitsbibliotheken (1).
I. ORGANISATIE.
1. Algemene leiding.
fot de centrale organen van de universiteit behoort de «Stândiger Aus-
schuss für das Bibliothekswesen». Hiervan maken deel uit : de universi-
teitspresident, vier professoren, een docent, een student, een lid van het
wetenschappelijk personeel, een van het niet-wetenschappelijk personeel
en de directeur van de universiteitsbibliotheek. Deze commissie beslist
omtrent de principes van de collectievorming, geeft richtlijnen voor de
eenvormige administratie en voor het gebruik van al de bibliotheken,
bepaalt de personeelsbezetting en de verdeling van het bibliotheekper-
soneel in het raam van de universiteit.
De directeur van de universiteitsbibliotheek wordt benoemd door de
Hessische regering, in overleg met de universiteitspresident en op voorstel
van hogergenoemde commissie. Hij heeft het bibliotheekkundig toezicht
over alle bibliotheekinrichtingen en -personeel aan de universiteit.
2. UB (2) en deelbibliotheken : gedeeltelijke centralisatie.
Op dit ogenblik bestaan naast de UB, nog een honderdtal deelbibliotheken
die men wil terugbrengen tot twintig departementsbibliotheken (3). De
UB en de departementsbibliotheken moeten gezien worden als delen van
een geheel (kooperatives Gesamtsystem»).
Opgave van de UB is in de eerste plaats de gebruiker een bibliografisch
apparaat, naslagwerken, tijdschriften en leerboeken ter beschikking te
stellen en hem literatuur uit te lenen. De opgave van de departements-
bibliotheken bestaat erin, hem permanente toegang tot open-kast-collecties
(zowel fundamentele en gespecialiseerde literatuur voor het wetenschap-
pelijk onderzoek als studieliteratuur en tijdschriften) te verschaffen.
I.v.m. de planning van de departementsbibliotheken is aan elke deelbiblio-
theek een uitgebreide vragenlijst gezonden om inlichtingen in te winnen
(1) Voor een grondig inzicht in de WestJDuitse bibliotheekwereld raadplege men: G.
von BUSSE &n H. ERNESTUS, Das Bibliothekswesen der Bundesrepublik Deutsch-
land ; eine Einführung (Wiesbaden, 1968). Wat de Universiteitsbibliotheelk Marburg
betreft, kan verwezen worden naar : Alma Mater Philippins, Sommersemester 1968.
(2) Deze afkorting wordt gebruikt voor: universiteitsbibiiotheelk; en met deze term is
bedoeld de centrale, zonder de deeibibliotheken.
(3) In het Duits: Fachbereichs-Bibliotheken ; er zijn twintig «Fachbereiche», vergelijk-
baar met de departementen aan de K.U.L.
Bibliotheekgids — Jg. 48 — Nr. 1 — 1972 / 13 |
