Full text |
1° Toelagen en vergoedingen vanwege
den Staa t —■ Deze zijn over ’t algemeen
en tot nog toe de voornaamste.
De kredieten daartoe, worden door het
Parlement vastgesteld. Lijkt het U billijk
dat deze kredieten verhoogd worden,
met het oog namelijk op de toeneming
van het aantal bibliotheken, zoo kunt
0ij U wenden tot de heeren afgevaar-
digden die U het parlement vertegen-
woordigen.
2° Toelagen der Provincie :
Ziehier een kort overzicht der toelagen
door de meest belangstellende Provin-
ciale Besturen aan de Openbare
Bibliotheken toegezegd :
Provincie Antwerpen. ■— De provincie
Antwerpen, welke ik als model kan
voorstellen, verleent behalve toelagen in
geld en in boeken aan de bibliotheken,
ook een vergoeding aan den biblio-
thecaris.
18.000 fr. voor 1921
56.000 fr. voor 1922
111.000 fr. voor 1923
Provincie Henegouwen. — 75.000 fr.
Provincie Luik. — 20.000 fr. plus een
dienst van rondreizende provinciale
bibliotheken.
Provincie Oost- Vlaanderen. ~ 47.000 fr.
Provincie Limburg.
11.000 fr. voor 1922
15.000 fr. voor 1923
Vermeerdering van 4.000 fr.
Inzake de provinciale toelagen is de
invloed der wet merkwaardig geweest,
zooals ge zelf kunt vaststellen.
3° Toelagen der Gemeenten : De
gemeentebibliotheek en de door de
gemeente aangenomen bibliotheek heb-
ben vanwege de gemeente recht op een
jaarlijksche toelage van minstens 0.25 fr.
per inwoner.
Deze wettelijke verplichting (bepaald bij
art. 4 uit de wet van 17 October 1921) is
van overwegend gewicht voor de
Provincie Limburg, daar het aantal
gemeentelijke en aangenomen biblio-
theken in deze provincie het aantal vrije
bibliotheken overtreft, wat in onze andere
Vlaamsche provinciën het geval niet is.
Ziehier de cijfers :
2
Van de 140 Limburgsche bibliotheken
zijn er 55 gemeentelijke, 18 aangenomen,
67 vrije.
Dus 67 vrije tegenover 73 gemeentelijke
of aangenomen.
Te veel Limburgsche besturen verwaar-
loozen de toepassing van artikel 4. Ik heb
nooit nagelaten het mogelijke te doen
om op dit punt voldoening te bekomen ;
mijn moeite werd echter niet altijd
beloond. De gebrekkige financieële toe-
stand wordt meer als voorwendsel
dan als gegronde reden bijgehaald. Er
is wel geld voor zooveel andere zaken
van twijfelachtiger nut en voordeel! —
Om moedwillige of nalatige gemeenten
tot behoorlijke toepassing van art. 4
te verplichten is mede bevoegd de
Bestendige Provinciale Afvaar-
diging, die er voor zorgen kan dat het
vereischte krediet van minstens 0.25 fr.
per inwoner jaarlijks voorzien en besteed
worde.
Ik ben gister weergekeerd van eene om-
reis in Noord-Limburg. De ondervinding
heeft me nogmaals geleerd, dat in plaat-
sen waar wezenlijk een voldoende
Openbare Bibliotheek bestaat, bestuurd
door een bevoegd en ijverig personeel,
de bijval verzekerd is.
Konden wij nu onze instellingen spoedig
verbeteren dan zou die bijval nog grooter
worden.
Een voordeel hiertoe ware het bezit
eener model-bibliotheek in de provin-
cie Limburg. In de provincie Antwerpen
hebben we reeds enkele modelinstellingen
welke daar tot voorbeeld dienen van de
andere.
In afwachting dat ook hier weldra zulke
moderne instelling moge tot stand
komen, zou ik de groep der Limburgsche
bibliothekarissen dit mijns inziens nuttig
voorstel willen doen : op een bepaald
tijdstip, wellicht best tijdens het groot
verlof, op een behoorlijke plaats een
soort tentoonstelling in te richten van
passende boeken, inbindingen, registers,
platen, versiermiddelen, rekken, enz. enz.
Ik twijfel er niet aan of de Limburgsche
uitgevers, boekhandelaars, inbinders,
drukkers, enz. zouden, evenzeer als onze |