Full text |
heb ik de eer U te laten weten dat de
Provincieraad in zitting van 4 Juli 1925
besloten heeft geen gunstig gevolg te
geven aan uwe aanvraag tot het beko-
men eener toelage op de provinciale
fondsen ten voordeeleuwerVereeniging.
Met achting, Voor den Gouverneur :
De Griffier der Provincie,
ROELANTS
Hierop zonden we de volgende terecht-
wijzing :
Aan de heeren Voorzitter en Leden van
den Provincialen Raad van Limburg.
Hooggeachte Heeren,
Wij hebben de eer Uwe aandacht te
vestigen op het feit dat Uw schrijven van
18 Oogst j. 1. volstrekt niet beantwoordt
aan het beleefd verzoek uitgedrukt in
onzen brief van 29 Juni j. 1.
De Vereeniging heeft nl. hoegenaamd
geen toelage ten haren , voordeele
gevraagd. Wij hebben enkel den wensch
uitgedrukt :
„1° voor den steun aan de openbare
boekerijen het voorbeeld van de provin-
cie Antwerpen te volgen;" (d. i. gelijke
verdeeling van de provincietoelage onder
al de erkende boekerijen .— we bezorg-
den U trouwens een exemplaar van den
omzendbrief van het Provinciaal Bestuur
van Antwerpen, handelend over de aan-
moediging der openbare boekerijen.)
„2° de gemeenten te verplichten art. 4
der wet op de Openbare boekerijen na
te leven."
Wij zijn zoo vrij UEd. nogmaals drin-
gend te vragen, welwillend de mogelijk-
heid van dit voorstel te onderzoeken.
Aanvaardt, Hooggeachte Heeren, met
onzen dank bij voorbaat, de betuiging
van onzen eerbied.
Namens de Vereeniging :
De Secretaris,
(get.) A. MOONS
De Voorzitter
(get) L. BAEKELMANS
Hasselt, den 5 September 1924.
Heeren,
Als gevolg op uw schrijven van 28 Oogst
6
1924, heb ik de eer U te laten weten dat
in mijne Provincie al de volksboekerijen
op gelijken voet worden gesteld voor
wat de verdeeling aangaat der Provin-
ciale toelagen en dat de gemeenten
verplicht worden art. 4 der wet op de
Openbare Boekerijen stipt na te leven
en de verplichtende toelage in hunne
jaarlijksche begrooting in te schrijven.
Met achting,
Voor den Gouverneur :
De Griffier der Provincie,
(get.) ROELANTS.
Antwerpen, 6 September 1924.
Aan den Weled. Heer Gouverneur
der Provincie Limburg.
Zeer Geachte Heer Gouverneur,
Uit Uw bondig schrijven van 5 dezer,
vernemen wij met veel genoegen dat al
de volksboekerijen in Uw provincie
„op gelijken voet worden gesteld voor
wat de verdeeling aangaat der Provin-
ciale toelagen en dat de gemeenten
verplicht worden art. 4 der wet stipt na
te leven."
Het zou onze honderden leden zeker
belang inboezemen te vernemen welk
bedrag der provinciale toelage aan een
volksboekerij in Uw provincie wordt
toegekend en welke voorwaarden door
Uw bestuur worden gesteld. Tevens
kregen wij ook gaarne opgave van het
getal volksboekerijen die in aanmerking
komen voor een toelage.
Aanvaard, zeer Geachte Heer Gouver-
neur, met onzen dank bij voorbaat, de
betuiging van onzen eerbied.
Namens de Vereeniging :
De Secretaris. De Voorzitter.
Provinciaal Komiteit
der Bibliothekarissen van Brabant
Verslag der eerste vergadering
gehouden op 9 Juni
in het Vlaamsch Huis
De h. Aimé De Cort, voorzitter, opent
de zitting, dankt de aanwezigen voor hun
opkomst. Hij legt vervolgens uit dat, |