Full text |
Chopin een kunstenaar is van demi-teintes, waarmee de even ver-
spreide als verkeerde voorstelling aangedikt wordt van een weeken,
vrouwelijken, zooniet geëffemineerden Chopin. Er zijn niet alleen de
Nocturnes, eenige melancolische Mazurkas en Walsen en Préludes.
Daar kan men spreken van „schemertonen** en van „stemmingschijn-
sel*‘, van „zachte diaboliek'* en „verrukkelijke intimiteit**. Maar waar
blijft de heroïsche Chopin? De gekscherende, luchtig badineerende,
spottende, sarcastische Chopin? De verbitterde Chopin, de opstan-
deling die raast in sommige Etudes ? De sombere romantische legen-
denverteller? Waar blijft de Chopin van haast àl de Etudes, al
de Polonaises, de drie Sonaten, de groote Fantasia in F moll, de
Balladen, de Scherzo s, de Rondeaux, de Impromptu s ? Het kan
niet anders dan schaden aan het subjectieve begrip van den kunste-
naar, wanneer men. hem zoo eenzijdig belicht, laat staan wanneer
men aandringt op de „verziekelijkte** imaginatie van Chopin. De
vizioenen van Chopin waren van geheel anderen aard dan die van
Schumann ; zij waren, vergeleken met sommige van diens fantastische
sombere hallucinaties, kerngezond. Het staat den heer Querido vrij
de zg. krankzinnigheid van Chopin t. t. z. de lyriek der wanhoop, te
vergelijken met die van Shakespeare en Goethe, maar dan zou ik
den pathologischen ondergang van Schumann, Nietzsche en van
Gogh (nog eens!) maar weglaten. Er zijn — hoe kon het anders? —
mooie' dingen in Querido s evocaties van den zwaar melancolieken
Chopin, o. a. die van de schepping van het prélude „van den water-
droppel'* (al is men het zelfs niet eens wélk prélude George Sand
bedoelt in de fameuze passage van haar mémoires). Doch de alge-
meene indruk is te veel onbedaarlijk woordgerammel, te weinig
innigheid. De heer Querido draaft maar hijgend door, en komt toch
niets dichter bij de hooge distinctie van den Meester. A. C.
NIEUWE BOEKEN
A» Nederlandsche
I
Ammers-Küller, Jo van j Het doornige pad.
Een vertelling van en voor jonge menschen.
Rotterdam, Nijgh & Van Ditmar 8° (221
bh,). -, ƒ3.—; geb, ƒ3.90
Baroja, Pio * Zalacain de avonturier. [’s-Gra-
venhage, Firma, Laurens Jans. Coster] 8°
205 blz.). ƒ 2.90; geb. ƒ3.90
Beyen v. d. Borgh, M. : Straf. Edam, De
klyne librye, J. H. van Straten. KI. 8°
(37 blz,). • ƒ-.50 |