Full text |
vooral wanneer de schrijver zich, ofschoon met zwier, laat meeslee-
pen door zijn woord-roes en veel meer wil geven dan zijn zintuiglijke
emoties. Dit blijkt uit het belangrijkste van de vijf opstellen des
heeren Querido, dat over Chopin. Die van veel korteren inhoud
over Haendel en Bach willen niet anders zijn dan stemmingsweergave
bij het hooren van den Messias en de Mattheus-passie. Het kon
niet anders of de schrijver van Kortingen zou diep treffende beelden
vinden om te spreken van Haendel’s „Oud Testamentische orgel-
ziel“. Waar hij zich beperkt bij de Mattheus-passie konden wij
kwalijk verwachten dat hij de onmetelijke verscheidenheid van
Bach's mildere stemmingen zou beluisteren, dat hij den huiselijken,
intiemert, gracieusen, schertsenden, idyllischen Bach zou toonen, dien
van de Suites, van het Italiaansch concerto en vele blz. uit het
Wohltempevivtes Klavier. Wat de lyrische opstellen over G. Hek-
king en den violist C. Flesch betreft, ik heb ze met belangstelling
voor het woordenspel gelezen, de grond echter raakt me niet daar
ik die virtuozen niet gehoord heb en de geschriften van Querido dus
niet aan eigen ondervinding kan toetsen.
De heer Querido spreekt lang van Chopin, 1.1. s. van éenen Chopin,
dien van de Préludes, dien van het eiland Majorca, _waar hij ziek
was, physiek en moreel ziek, en kregelig om de ziekte en huishou-
delijken last, o. a. de moeite om zijn piano naar Valdemosa te krij-
gen. Het moet echter eiken diepen Chopin-vereerder irriteeren, den
Meester te zien voorstellen als een troubadour-achtige, geparfu-
meerde figuur. Het zijn toch zeker niet de Préludes welke dien indruk
geven? Ik heb nooit aan „rococo-stijl" kunnen denken bij ’t hooren
van Chopin. Waar is die salon-erotiek, die wulpschheid? Is Chopin
een gestalte geworden uit een salon van Eisen of de Saint Aubin?
Die stille, afgetrokken, gereserveerde, soms gemelijke en wispelstu-
rige Chopin? Een gesloten natuur, moeielijk te naderen, schuw voor
indringers, die van „de" wereld niets hebben moest, die van
Majorka twintig keer aan Fontana schrijft : Parle peu de moi, ne
parle pas de moi! Zoo leeren wij hem kennen uit zijn brieven, uit de
mémoires van G. Sand en van zijn tijdgenoten. Helaas, van dien
Chopin komt niet veel terecht in het essay van Querido! Wat gaat
het aan b. v. te praten over de „salon-ziel“ van Chopin?
288 |