Full text |
Van haar kant is in de groote bi-
bliotheek de buitenllandsohe -dienst met
goed gevolg gereorganiseerd. Zijn aan-
koopcredieten echter zijn krap toege-
meten en bedragen voor het departe-
ment van buitenlandsche periodieken
ongeveer het vijftiende der sommen,
waarover de overeenkomstige afdee-
ling van het Britsche Museum beschikt.
In die tekorten wordt ten deéle voor-
zien -door de opbrengst der toegangs-
gelden voor de belangwekkende ten-
toonstellingen, die de laatste jaren in
de Nationale Bibliotheek werden inge-
richt. De wijziging van haar statuut
maakte dit mogelijk. Thans geniet ze
geldelijk zelfbestuur. Daarmee hangt
ook samen de vestiging naast den in-
gang van een lokaal, waar een. menigte
fraaie gravuren te koop zijn. En zelfs"
is de «bond der nationale bibliotheken
van Frankrijk» overgegaan tot repro-
ductie en publicatie van -de opmerke-
lijkste en zeldzaamste werken in hun
bezit. Hiermee komt onder het groote
publiek wat tot nu toe haast uitslui-
tend voor de ingewijden toegankelijk
was. Deze uitgave zal vijf eeuwen be-
treffen en wel van de oude Florentijn-
sche af over Dürer, Lucas van Leiden
en Rembrandt naar Claude Lorrain,
Watteau en Fragonard om te sluiten
met Goya en Corot.
Uit het bovenstaande volgt al, dat
de staat zich het bibliotheekwezen in
het algemeen heeft aangetrokken- Tus-
schen de verschillende openbare biblio-
theken is de actie gecoördineerd. Dit
is des te noodiger, daar in Frankrijk
de volksbibliotheek als voortzetting
van het onderwijs in den trant van on-
ze leeszalen niet bestaat. De gemeen-
telijke inrichtingen, die in de arrondis-
sementen van de hoofdstad ervoor
doorgaan, zijn morsig, 'onpractisch, on-
deugdelijk voor dit doel wat de keuze
van de boeken aangaat en doorgaans
slechts ’s avonds open. In deze rich-
ting wil ook de heer Roland M'arcel
werkzaam zijn. Hij wordt in dit stre-
ven gesteund door milde schenkingen
uit binnen- en buitenland.
Ten slotte een enkel cijfer ten be-
wijze van de behoeften, waaraan de
Nationale Bibliotheek voldoet. In het
jaar 1927 werd de werkzaal door
196.570 gewone lezers bezocht en
434.188 deelen werden uitgereikt.
N.R.Ct.
* => *
WAT MEN IN OOSTENRIJK LEEST
Het blijkt dat dans, sport, bioscoop
en radio <ook in Oostenrijk een ongun-
stigen invloed hebben gehad op het
lezen van boeken.
Het aantal boeken, door de leesbi-
bliotheken uitgeleend, is in vijftien ja-
ren tijd met zestig procent achteruit
gegaan. De keuze van lectuur is heele-
maal een kwestie van mode. Te Wee-
nen leest men vooral buitenlandsche
schrijvers, voornamelijk Wallace, Sin-
clair Lewis, Oppenheim en Dekobra.
Naar oorspronkelijke en vertaalde
boeken van literaire waarde wordt in
de groote bibliotheken weinig gevraagd
en dan nog bijna uitsluitend door jon-
ge mannen van 18 tot 24 jaar en
vrouwen boven 35. Mannen op rijpe-
ren leeftijd, die door hun werkkring
weinig tijd tot lezen hebben, grijpen
naar detectiveverhalen en avonturen-
romans. Vrouwen tusschen 20 en 35
50 |