Full text |
Dankwoord van de Voorzitter : Er komt leven in de Brouwerij.
Eigenaardig is het, telkens we onze kongresplaats verleggen, benevens
de getrouwe gezichten steeds andere te zien opduiken : onze sfeer
verruimt zich.
Besprekingen.
a) Door de heer Soenen wordt gewezen op het feit dat de uit-
gave van Conscience’s werken voor ’n tijd gaat stopgezet worden.
Hij vraagt of de Regering niet handelend kan optreden.
Het blijkt, dat de Regering zulks niet kan : de hele wetgeving
op de erfenisrechten zou moeten worden veranderd.
De Vereniging zal het geval onderzoeken.
b) De heer De Cort laakt de intrekking van de 75 fr. ver-
goeding voor de onderwijzers die het diploma van bibliothekaris
bezitten. V
De vergadering is het eens om aan de regering te vragen
de 75 fr. te blijven uitkeren aan die onderwijzers, Welke het diploma
bezitten en werkelik ’n boekerij besturen. |
c) Een lid vraagt of er geen mogelikheid bestaat de ontsla-
gingstijd van het eksamen voor de onderwijzers met enkele jaren
te verlengen, daar verschillende bibliothekarissen van het platte
land tot hiertoe niet in de gelegenheid waren een kursus te volgen,
of een eksamen af te leggen ver van het bewoonde dorp.
Zal in aanmerking genomen worden.
d) Na diskussie en op aandringen van Inspekteur Van Molle,
die wijst op de noodzakelikheid de. provintie Limburg te bewerken,
wordt de volgende kongresplaats bepaald : Hasselt. De heer Ins-
pekteur zal voor de nodige aanknopingspunten zorgen *
e) In de maand December wordt te Mhchêlen de jaarlikse
huishoudelike vergadering gehouden.
Slot. De heer Baekelmans dankt de gasten en de aanwezigen
voor de moeite, de aandacht en de belangstelling, en na' gewezen
te hebben op het feit, dat ook wetenschappelike Boekerijen als de
Rijksbibliotheek van Gent toegetreden zijn sluit hij het kongres.
Waren aanwezig : de h. h. sprekers, Dr. ter Meulen, Voor-
zitter der Nederlandsche Vereniging van Bibliothecarissen, Be-
stuurder der Boekerij van de Handels-Hogeschool te Rotterdam,
. en A. Rutten, Hoofdopziener der Openbare Boekerijen, al de
leden van het bestuur der Vereniging en een menigte bibliothe-
karissen en belangstellenden.
Werden opgemerkt de h. h. Leo van Molle, Opziener der
H 26=5.
|