Full text |
Het werk van dezen Gentenaar ver-
dient voorwaar een plaats in onze
Vlaamsche bibliotheken ! Het zal wel
zijn zooals C. F. in het «Zondagsblad»
schreef : « Lod. de Yriese is de type van
den waren Gentenaar, wellicht de meest
Gentsche persoonlijkheid, de kwintes-
sence van den Gentschen handel en
wandel, de incarnatie van het Gentsch
karakter, en in het bijzonder van de
Gentsche letterkundige tale ! Niet één
zijner voorgangers kan in zoo hooge
mate op genoemde titels aanspraak
maken, tenzij Napoleon Destanberg, die
als zijn geestelijke vader, zijn initiateur
mag aangezien worden. »
Lod. de Yriese verdient de bescheiden
hulde die men hem brengen zal ter
gelegenheid van zijn verjaardag en van
het verschijnen van zijn « Levensherin-
neringen ».
L. B.
Sigrid Undset. ’lggi De Bruidskroon.
Leiden, Sythojf’s Uitgevers maatschappij
Een liefdesgeschiedenis uit de der-
tiende eeuw ! De oud-Noorsche toe-
standen en het leven der middeleeuwen
werden met grooten realiteitszin be-
schreven.
Kristin Lavransdochter wordt op haar
vijftiende jaar uitgehuwelijkt, dient echter
vooraf in een klooster haar opvoeding te
voltooien. Op een vacantiedag leert zij
Erleud kennen, een man met zwakke
reputatie die een bijzit heeft en twee
kinderen. Maar zij krijgt den schoonen
Erleud zoo lief dat zij alle hinderpalen
weet te overwinnen ! Haar verloving
wordt verbroken en, na de hinderpalen
overwonnen te hebben, volgt aan het slot
de gelukkige ontknooping.
De vertaling is van Mevr. D. Loge-
man-van der Willigen. Aan deze knappe
en ijverige vrouw danken wij in hóofd-
zaak wat in de laatste jaren uit het
Deensch, Noorsch en Zweedsch aan
vertalingen verscheen. « De Bruidskroon »
is wellicht de eerste moderne Scandi-
navische, historische roman die ons
wordt aangeboden. L. B.
H. Broeckaert.— Met Pen en Penseel,
Maldeghem, V. Delille.
De Vlaamsche schilder-dichter geeft,
voor de eerste maal. na jaren, weer
teeken van leven. Onder den oorlog
bracht men,, bij vergissing gelukkig,
hulde aan zijn nagedachtenis en zoo kon
H. Broeckaert lezen al het goede dat zijn
vrienden en ook de onbekenden over
hem dachten.
De volksche trant heeft Broeckaert
ook zeer populair gemaakt bij onze
toondichters. Menig bekend lied kan
men weervinden in « Liederen » (1907)
«Uit het Scheldeland », «Van den Min-
nestreel » (1913), « Kneepverzekens » en
nu weer in «Met Pen en Penseel ».
« Met Pen én Penseel » heeft niet meer
den jongen, overmoedigen klank van
vroeger werk, soms klinkt de stem van
den dichter een beetje moe als van
iemand dien het leven hard en mee-
doogenloos trof.
Het werk vàn-Broeckaert hoeft geen
aanbeveling ! Wij zeggen hem slechts
na : Ga uw weg, needrig boekje !..
L.B.
Wies Moens. — Landing. Antwerpen,
« De Sikkel», Santpoort, C. A. Mees.
■ We menen hier met een keerpunt in
het werk van Möens te doen te hebben.
Het muzikale rythme van de vroegere
bundels is hier minder waarneembaar;
de dichter biedt ons vooral het te be-
grijpen beeld. Manwording na de eerste
jeugdlyriek.
Vele zijn de gedichten waar we gaan
van houden : « Gedicht II » (Een knaap
loopt met zijn karabijn); de goede
menselikheid van « Oriëntering » (Zeg
niet : Ge hebt me nu minder lief).
Een kostbare gave bij de vele die
Moens ons reeds geschonken heeft.
D.P.
273 |