Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>Derde Tooneel.</p>
<p>DE VORIGEN, BERTHILDA, rechts op.</p>
<p>BERTHILDA. Geertrui !... Klaas !..</p>
<p>GEERTRUI, haar te gernéet gaande. Jonkvrouw, gij ziet er zoo bleek, zoo afgemat uit ; hebt gij dan alweér niet ges;apen van nacht? Dat is niet wel, gij zult u nog ziek maken.</p>
<p>BEnTumn.A. Hoe kan bet anders! Oh ! 't Is Mijne schuld niet dat ik sedert «Reilt dagen geene rust heb genoten. Op den dag dat Baron Riperda mijne hand aan vader vroeg, verduisterden zwarte wolken mijnen levenshemel.</p>
<p>GEERTRUI. Ik was ook zoo bevreesd, toen Klaas mij ten huwelijk vroeg.</p>
<p>KLAAS. En Truitje beklaagt het zich toch niet.</p>
<p>BEwrimua. En dan de dromen! die ijselijke en 'vreede drooinen, die bovennatuurlijke waarschuwingen !</p>
<p>KLAAS. In droomen ligt soms waarheid.</p>
<p>BERTFIILDA. Een onheilspellend voorgevoel heeft zich van mij meester gemaakt. Zijn ijskoude blik verraadt een Wenen, een gevoelloos hart...</p>
<p>GEERTRUI. Hij ziet .er toch zoo wreed niet uit, jonkvrouw.</p>
<p>KLAAS. Moest ik er mede trouwen, 'k zou geen pond vertrouwen in dien kerel hebben.</p>
<p>BERTHILDA. De acht dagen mij Lot overweging gegeven zijn voorbij, heden moet ik aan de hevelen mijns vaders gehoorzamen, en toestemmen. (Ziélt hernemend, met vuur.) Maar waarom zou ik dan geen wil hebben ? Waarom moet ik mij als een lam in den muil van den wolf werpen? Ook mijne moeder was tegen den wil harer ouders gehuwd ! En mij zou dien moed ontbreken ! 0, die hevige hartkloppingen. Hoe brandt mij hel hcon!</p>
<p>• (Zij laat zich in een en zetel vanen.) GEERTRUI. Jonkvrouw, bedaar, gij hebt de koorts.</p>
</text>
|