| Full text |
tooneèl- en dichtwerken en een groot percentage studies, essays, literatuurgeschiedenissen
enz. - ook taalstudie.
Al komt nu oogenschijnlijk 75 % van de winst op rekening van de letterkundige
àfdeelingen (F. G. H. I. L. M. N,) toch valt daaruit geen terugkeer tot ontspan-
ningslectuur af te leiden. Wel het tegendeel. Dit wordt duidelijk wanneer we de aan-
winst afdeeling per afdeeling in % herleiden (zie vergelijkende statistiek).
Het blijkt dan onmiddellijk dat de vraag - naar verhouding, vergeleken met
1 929 - het meest is toegenomen in de Duitsche afdeeling, nl. met 60 % ; verder voor
de tijdschriften met 56 % ; voor de Italiaansche letterkunde met 50 % I voor de
sociale wetenschappen met 48 % ; voor kunst, wetenschap, techniek, niet 40 %> ,
voor geschiedenis met 26 % ; voor opvoeding en onderwijs met 24 % - ; voor En-
gelsche letterkunde met 15 % ï voor land- en volkenkunde, reizen miet 11 /q >
terwijL voor de Nederlandsche letterkunde de toename slechts 9 % bedraagt, voor de
Fransche letterkunde 1 %, en voor de Spaansche de belangstelling met 25 % is afge-
nomen.
- Lokaal Uitleen. Bezit Algemeen gebruiks- | gemiddelde Verhouding van uitl. tot bezit
Afd. F . r . n 1 Andere' 1 Aid. Cl vreemde jletterk. | ABC! DEK| Jeugd
Hooldlokaal -j- Leeszaal 212.341 61.572 ' I . 3,4 5.5 3,5 3,:Ö 1.7 B
Hulplokaal 1 67.989 10.092 6v$ 9,3 4:2 1-.4 5.1
' ». ' 2 78.994 8.488 9.3 11.3 5.1- 2.5 13.7
’ ' > - 3 Ig Leeszaal 76.307 ; 6.488 11.7 13.9 6.4 415 15.5
» 4 62.388 6.946 9.0 8.9 ; ,_8,2. 1.2 19.8
» 5 57.156 6.073 9.4 11.9 2.8 3.0 12.4
» . 6 33.385 3.565 ^ 9.4 12:1 - 1-3 1.3 11.7
Wisselb. 7 2.005 '600 3,3 3.0 0.1 8.0
» 8* 1.230 938
» 9 2.057 '688 3.0 ‘ 2.1 0.6.' 16.3
» 10 3.694 516 7,1 ■2.5 14.0
* Slechts 2 maanden in werking, komt niet in aanmerking.
Indien we over meer plaatsruimte konden beschikken, zou het wel de moeite loonen,
voor elk van de lokalen afzonderlijk de cijfers te onderzoeken, want elk lokaal heeft
een eigen publiek met een specifiek geonenteerde belangstelling. (1)
Voor wie de verschillende opgaven aandachtig bekijkt en het uitleencijfer voor
elke rubriek vergelijkt met het bezit zal dit volkomen duidelijk worden. Zie onder-
staande tafel. Het verhoudingsgetal geeft aan hoeveel keeren elk boek gemiddeld wer
ontleend.
(1) Dit houdt ten nauwste verband met de samenstelling van het boekenfonds.
Zie tafel van het boekenbezit,
33 |
