Full text |
ÖFFICIEELE MEDEDEEUNGEN
KERST-CONGRES EN ALGEMEENE VER-
GADERING - GENT, 26 DECEMBER 1930
VERSLAG
De wind bijt ons in de ooren als we voor
St. Pieters wachten op de Congressisten. We
bekijken mekaar - het Antwerpsch contin-
gent is weer goed opgekomen - en zeggen:
’t zal maar «dun» zijn. Maar als de tijd daar
is, om op stap te gaan naar de Hoogere Nij-
verheidsschool, is het kleine groepje, een
heele sliert geworden. En onderweg komen
er steeds bij.
Op de Lindenlei verwelkomt ons bibliothe-
caris Durieu en leidt ons binnen in de vak-
boekerij der school. Nu komen de tongen en
de vragen los. M. Durieu is steeds olagvaar-
dig en bereid. We voelen dat hij houdt van
zijn.'!vak en verder wil, maar te kampen heeft
tegen de specifieke bibliotheek-kwalen : ge-
brek aan ruimte, gebrek aan geld. De boe-
kerij telt 12.000 deelen (waaronder talrijke
die nog enkel historisch belang hebben). De
leestafel is goed voorzien met tijdschriften
(ruim 200) door M. Durieu voor de gele-
genheid tentoongesteld, waaronder talrijke
buitenlandsche, meest Fransche, Duitsche
en Engelsche. Een goed deel heeft betrek-
king op de specifiek-plaatselijke nijverheid:
de weefnijverheid. Talrijke tijdschriften wor-
den gratis aan de bibliotheek gezonden.
Boekerij en Leeszaal worden druk bezocht,
vooral door de vreemde studenten-ingenieurs
van de Hoogeschool. Dit heeft ook invloed
uitgeoefend op de samënstelling van het boe-
kenfonds. De bibliotheek bezit naar verhou-
ding bedroevend weinig Nederlandsche vak-
boeken, alhoewel het Nederlandsch taalge-
bied beschikt over uitmuntende vakboeken
op elk gebied van de techniek. De catalogus
op steekkaarten is ingedeeld volgens het
tiendeelig stelsel, alhoewel de plaatsing der
boeken daarmee niet in logisch verband
staat. Plaatsing en nummering zitten nog
vast aan een verouderd stelsel. Laat ons
hier dadelijk bijvoegen dat de decimale in-
deeling - van den catalogus - het werk is
van den heer Durieu, die door gebrek aan
tijd en hulp niet tot een volledige reorgani-
satie van het fonds kon overgaan. Toch
vindt hij nog kans om een zeer nuttig werk
te verrichten: namelijk het samenstellen van
een maandelijksch «Overzicht der tijdschrif-
ten» dat reeds zijn 7n jaargang beleeft en
waarin de belangrijkste artikels uit de ver-
schill. tijdschriften onder de aandacht wor-
den gebracht. Zelfde bezwaar als voor het
boekenfonds: te eenzijdig Fransch. Het idee
en het werk op zichzelf beschouwd zijn ech-
ter zoo verdienstelijk dat wij den heer Du-
rieu onzen lof niet willen onthouden. Nadat
we nog een blik hebben geworpen in den
platenschat der leeszaal neemt voorzitter
Baekelmans het woord om den bibliothekaris
te bedanken. De repliek van M. Durieu is
even verrassend als verheugend. Hij spreekt
namelijk het verlangen uit lid te worden van
de Vereeniging. Zijn verzoek wordt op har-
telijk applaus onthaald.
We nemen afscheid en na een vluchtig be-
zoek aan St. Michielskerk trekken we door
het schilderachtige oude Gent, langs Gras-
lei en ’s Gravenkasteel naar de St. Mar-
grietstraat, naar de bibliotheek der Akade-
mie van Schoonë Kunsten. We worden gul
ontvangen door de heeren Vleurinck en Du-
bois, die ons met begrijpelijken trots hun
schatten toonen. Hier is alvast geen gebrek
aan ruimte of middelen. De Boekerij is prach-
tig behuisd. Ze beschikt over een kleine ten-
toonstellingsruimte; een kamer voor den bi-
bliothecaris; een afzonderlijke leeszaal voor
dames; een ruim boekenmagazijn en een
groote prettige leeszaal, waarin groote, ron-
de tafels van bijzonder stevige constructie elk
plaats bieden aan zes man en toelaten de
grootste formaten, albums, e.d. open te leg-
gen. In de leeszaal gebeurt ook -de uitlee-
ning (bestorming zal er dus wel nooit zijn!)
In het boekenmagazijn wijzen de bibliothe-
carissen ons met fierheid hun stofvrije kas-
ten, met afzonderlijke op elkaar gestapelde
vakken, wier afsluitramen zeer handig kun-
nen opgelicht en ingeschoven worden. Van
een technisch apparaat, een systeem in cata-
logus of uitleening, is niet veel te merken.
Maar dat schijnt hier niet te hinderen; het
gaat hier alles zeer gemoedelijk.
Na de bibliotheek doorloopen we nog even
de ’ overige lokalen der Akademie. En als
we hartelijk afscheid nemen van onze bei-
de mentors beleven we een herhaling van
het geval in de Nijverheidsschool : twee
nieuwe leden voor de Vereeniging.
We hebben thans nog even tijd om een
bezoek te brengen aan St. Baafs-kerk om
er de kunstschatten te bewonderen. Voor
onze verbaasde oogen wordt het drieluik
van de Aanbidding van ’t Lam Gods ont-
sloten en worden we opgenomen in de sfeer
van het wonderbare schilderij der gebroeders
Van Eyck.
’s Middags zaten we gezellig bijeen aan
den gezamenlijken disch.
38 |