Full text |
Bibliotheek- & archief gids, 83 (2007) 2
voorzitterswissel
en Erfgoedbibliotheken zijn naar mijn gevoel eerder thema-
gericht in plaats van intersectoraal. In de toekomst zie ik nog
zulke themagerichte commissies of werkgroepen ontstaan,
wegens de specialisatie van bibliotheken.
Johan
Er is een grote inhoudelijke verscheidenheid tussen archie-
ven, bibliotheken en documentatiecentra, die weerspiegeld
wordt in de sectie-indeling. Dat zal blijven; maar niets sluit
uit dat occasioneel - rond bepaalde sectoroverschrijdende
projecten of evenementen - of zelfs permanent samenge-
werkt kan worden. Trouwens, in het werkveld zelf komen
mengvormen voor: in veel bedrijven vormen het archief en
het documentatiecentrum één geheel en zelfs één dienst.
Er is ook een grote verscheidenheid in de manier van
werken tussen de secties. De sectie Archief en Hedendaags
Documentbeheer bijvoorbeeld is een klassieke ledenver-
eniging die de - veelal erg geïsoleerd werkende - leden
samenbrengt voor overleg en actie; de sectie Openbare
Bibliotheken profileert zich eerder als een in aantal leden
beperkte denkgroep, die vernieuwende ideeën aan het
werkveld wil aanbieden en implementeren. De inhoudelijke
en strategische verscheidenheid tussen secties en commissies
hoeft geen nadeel te zijn: de ervaringen en de knowhow
van de ene sectie kunnen verhelderend en bevruchtend zijn
voor een andere.
Johan Vannieuwenhuyse.
Welke rol moet de WBAD spelen? Waar maakt de ver-
eniging het verschil? Waar moet ze zich op toespitsen?
Geert
In de vereniging is er vèel expertise aanwezig en veel
meer dan vroeg# wordt dat door de overheid erkend. We
kunnen hier verwijzen naar hef decreet op het *kaal Cul-
tuurbeleid waarop de WBAD toch: wel enige invloed heeft
gehad. Het Topstukkendecreet is een ander voorbeeld. Ons
werd gevraagd om een ontwerplijst voor het crchivalisch en
documentair erfgoed op te stellen. We zijn ook al van bij
ons ontstaan een pluralistische en ongebonden organisatie.
Toch moeten we erkennen dat biblio:hckon, archieven en
documentatiediensten kleine sectoren zijnMikarom zal meer
nog dan nu ne! geval is samenwerking met anderen aange-
gaan moeten worden om onze doelstellingen te bereiken.
Ik heb bij contacten met ouitenlcndse zusterorganisaties ook
altijd grote verschillen in de werking vastgesteld. Soms zijn
bibliotheekverenigingen meer een vakbond die over arbeids-
voorwaarden onderhandelt, soms zijn ze ook verantwoorde-
lijk voor de professionele vorming of krijgen ze andere, zeer
concrete opdrachten van de overheid. Andere zijn meer
vergelijkbaar met de WBAD; al is hef toch vrij zeldzaam dat
een vereniging zowel bibliothecarissen, documentalisten afe;
archivarissen verenigt.
Johan
Er zijn de laatste jaren enkele spelers op onze werkterreinen
bijgekomen of geactiveerd: de Vlaamse administratie, de
Vlaamse kabinetten en de steunpunten. Zij hebben onder
meer door hun regelgeving en aanpak het informatieland-
schap ingrijpend veranderd en - vooral ook - zeer veel in
beweging gebrachMlussen al die spelers zulten de ver-
schillende WBAD-secties en -commissies zich zeer bewust
moeten positioneren en de WBAD-'eden een meerwaarde
zien te bieden. Het overaanbod van studiedagen door
verschillende actoren is bijvoorbeeld niet langer houdbaar
of zelfs wenselijk. Alleen al over dit laatste zullen concrete
afspraken gemaakt moeten worden. Binnen onze organisa-
tie en geledingen beschikken wij over een enorme know-
how dié, zoals Geert al stelde, meer en meer bevraagd
wordt: ik denk hierbij ook nog aan de actieve bijdragen
bij het uittekenen van de SERV-beroepsprofielen voor onze
sectoren, de toenemende advisering: inzake wet- en regel-
gevingen (decreet Lokaal Cultuurbeleid, Erfgoeddecreet,
Archiefdecreet, Archiefwet...), de evaluatie van de Max
Wildiersprojecten en de inbreng in de Vlaamse werk-
Johan: De (eden hebben minder behoefte aan
algemeen overleg maar meer aan specifiek, doelgericht overleg. Eén voorbeeld: het succes van de
werkgroepen in de sectie Archief en Hedendaags Documentbeheer, waar heel veel jonge collega s
actief aan participeren. Op die vastgestelde algemene tendens inspelen kan - denk ik - de interesse
van jonge collega's wekken en hun inzet verhogen.
5 |