Full text |
Bibliothëek- & archiefgids, 83 (2007) 2
voorzitferswissel
zouden kunnen worden. Het is dan ook zeer belangrijk dat de
hele bibliotheek- en archiefsector mee is met de nieuwe ideeën
en ontwikkelingen.
Welk verwachtingspatroon heeft de WBAD van de oplei-
dingen? Zowel van de afgestudeerden als van de rol van
de opleidingen in het levenslang leren? Moet de VVBAD
zelf een (actievere) rol spelen op het vlak van bijscholin-
gen?
Geert
Binnen de sectie Openbare Bibliotheken is de teneur al enkele
jaren dat de WBAD vooral optreedt als initiator van nieuwe
ideeën. Dit wil zeggen dat ze vooral studiedagen organiseert
waarop visies verdedigd worden en die bedoeld zijin voor
leidinggevenden. Echte bijscholing, zeker voor het uitvoerende
personeelBs een taak voor de bibliotheekscholen en de
provincies. Andere secties, zoals Schoolbibliotheken, zien dat
anders en willen nog wel bijscholingsactiviteiten organiseren.
De recente studiedag over compefentiemanagement heeft bij
mijzelf de vraag doen rijzen of opleiding en beroepsvervolma-
king toch geen onderwerpen zijn waar de WBAD opnieuw
meer aandacht aan moet besteden. Samen met de SERV
hebben we namelijk beroepsprofielen opgesteld - het was
trouwens de eerste keer dat dergelijke profielen voor het hoger
onderwijs werden uitgeschreven - en misschien moeten nu
voor die profielen passende opleidingen voorzien worden.
Johan
Er zijn zoveel andere spelers die nu opleiding voor allerlei
niveaus organiseren, dat de WBAD dit misschien minder
als kerntaak moet opnemen. Wel zal de WBAD steeds een
inbreng moeten blijven aanbieden op het vlak van de orga-
nisatie, de inhoud en de kwaliteit van de opleidingen of het
onderwijs.
Is de VVBAD in voldoende mate een open vereniging of is
de drempel voor sommige personen/sectoren te hoog? Hoe
motiveer je jonge collega's om zich op vrijwillige basis in te
zetten voor een beroepsvereniging?
Geert
De WBAD heeft een tamelijk hoge drempel. Hoe we dat
kunnen tegengaan? We moeten proberen om zoveel mogelijk
in te spelen op de verwachtingen van onze leden. Er zijn
minder contacten tussen openbare bibliothecarissen over
de provinciegrenzen heen en blijkbaar is daar ook minder
behoefte aan. Voor sommige collega's zijn zelfs provinciale bij-
eenkomsten al te veel gevraagd... Hoe kunnen we ons belang
aantonen? Mensen moeten motivatie krijgen om lid te blijven.
Johan
Het is echt nodig de leden te overtuigen dat zij de vereniging
- en niet het Dagelijks Bestuur, de Raad van Bestuur, het Sectie-
of Commissiebestuur... - uitmaken en de werkrichtingen of
actieterreinen bepalen. Wij moeten de betrokkenheid van de
leden alleszins verhogen. Misschien is het ogenblik aange-
broken om een algemene bevraging van de leden naar hun
inhoudelijke wensen te organiseren. In die zin hebben wij
ven uit: de Raad van Bestuur een aanzet genomen om een
algemeen communicatieplan door een extern bureau te
laten opstellen, dat zowel de communicatie voor externen
als de interne communicatie zog omvatten. Bij de leden
stillen wij een dalende behoefte vast aan algemeen
informeel overleg en een stijgende behoefte aan specifiek
en doelgericht overleg. Ik geef hier maar één'voorbeeld:
het succes van de werkgroepen in de sectie Archief en
Hedendaags Documentbeheer, waar heil veel jonge
collega's actief aan participeren. Op die vastgesteldé
algemene tendens inspelen: kanE-denk jbE de interesse
van jonge collega's wekken en hun inzet verhogen.
Hoe ziet u de communicatie met de leden verder evolu-
eren? Volgt de WBAD in voldoende mate de moderne
technologie?
Geert
De WBAD-heeft steeds de technologische ontwikkelingen
op de voet gevolgd. Ik denk dat de WBAD voldoende bij
is betreffende ICwen dat ook zal blijven - met acnk can
het secretariaatspersoneel voor hun interesse hiervoorBk
heb als voorzitter eigenlijk nooit veel meer gedaan dan
de goed uitgewerkte voorstellen van het secretariaat mee
goedkeuren. Ik ben persoonlijk een beetje van de ouae
stempel en voel me meer thuis tussen papier dan vóór
een scherm. Ik ben ook geen intensieve gebruiker van de
website, maar ongetwijfeld zal dat veranderen omdat ik
voor mijn informatie steeds meer aangewezen zal zijn op
deze bron. Als voorzitter ben je dikwijls vroeger en op
andere manieren van alles op de hoogte,
Johan
Ik verwijs hier opnieuw naar ons opzet een algemeen
communicatieplan door externen te laten uitwerken. De
bedoeling is communicatie strategischer en efficiënter op
te vatten binnen de vereniging. Op ICT-vlak zijn wij, dank-
zij de knowhow van het secretariaatspersoneel,; zeker
mee. Maar ik wfcr nu toch al voor pleiten niet te vlug
af te stappen van onze klassieke communicatiemiddelen,
met name de gewoon gedrukte publicaties [Info, Bib-
scoop en Bibliotheek- & archiefgids). Contacten met de
lilden leren bijvoorbeeld dat de klassieke Info zeer hoog
gewaardeerd wordt in de sectie Archief en Hedendaags
Documentbeheer.
Hoe ziet u de toekomst van de Ger Schmookprijs?
Geert
In de jaren dat ik voorzitter was heb ik er steeds naar
gestreefd de prijs te laten uitreiken. Een prijs die regelH
matig niet toegekend wordt, boet aan waarde in, net
zoals een prijs die ten onrechte toegekend wordt. Ik kon
natuurlijk enkel optreden als er binnen de jury verdeeld-
heid was. En dat gebeurde soms, maar niet dikwijls.
Soms was de jury ook unaniem van oordeel dat geen |