Full text |
College te Cambridge en hoewel hij nog steeds belast was met het
bestuur over de Koninklike Bibliotheek vestigde hij zich in deze
stad. Hij volhardde er in de houding die hij tegenover het alexan-
drijnse handschrift had aangenomen.
Bij zijn aanstelling tot bibliothekaris van het Trinity College
publiseerde Dr. Conyers Middleton een ontwerp tot classifikatie van
de voorhanden zijnde werken en nam deze gelegenheid waar om
Bentley, die zekere handschriften in zijn bezit hield, waaronder het
kostbare Codex Bezæ, aan te vallen. Maar Bentley, die mans
genoeg was om zijn standpunt zelf te verdedigen, riep, dank zij wat
zijn vijanden zijn „verwaten eruditie" plachten te noemen, de
beruchte reeks universitaire krakelen in het leven, waaraan slechts
een einde kwam bij de dood van hun kloeke en dappere aanstoker.
Zelfs de goede Pepys die vol bewondering voor hem was moest
erkennen dat het „de wetenschap van onze vriend aan wat
beschaafdheid ontbrak" terwijl de bisschop Stillingfleet erkende
dat, hadde zijn vriend Richard de „gave der nederigheid bezeten,
hij stellig de uitstekendste man in Europa zoude geweest zijn.
De naam Bentley roept ons die van een humanist uit een later
tijdperk te binnen, die ons bizonder interesseert door dat hij zo
misplaatst was in de studiewereld van vóór een eeuw : Richard Por-
son. Zijn leerstoel van Grieks te Cambridge bracht hem slechts
veertig engelsche ponden per jaar op, ook aanvaardde hij met vreugde
zijn bijkomende benoeming tot bibliothekaris van de London
Institution, kort te voren in 1806 gesticht, wat hem twee honderd
pond ’s jaars opbracht en de vrije beschikking over een hele reeks
vertrekken. „Ik verheug mij oprecht", schreef Richard Sharp, een
der kiezers, die Porson zijn benoeming meedeelde, „wanneer ik denk
aan de voordelen die het Instituut in de toekomst ongetwijfeld halen
zal uit uw faam en uw talenten, en aan de stoffelike voordelen die,
ik hoop het ten minste, uw betrekkingen met ons u zullen verschaf-
fen,". V " ' : ' |i-
Thans blijven als enige sporen van zijn beheer enkele aanwinsten
van klassieke Grieken en Latijnen over en enkele notas in sommige
boekdelen van de bibliotheek. Hij dacht er niet aan een catalogus
op te stellen. De bestuurders van het Instituut schreven hem . „dat
enkel zijn naam op de kwijtbrieven er hun aan herinnerde dat hij
103 |