Full text |
À1 hebben twintig eeuwen Maria aangewezen als zij, die het beste
deel gekozen had, de meeste vrouwen zijn nog altijd Martha’s.
Tolstoy heeft haar daar een verwijt van gemaakt door te zeggen :
„de vrouwen zijn materialistischer dan wij", Hamsun rekent het haar
tot een deugd. Waarom? Tolstoy zag de tintelende geest van zijn
Natasja wegdooven in een beredderig huisvrouwtje, voor wie
„leelijke luiers" en „wat zullen wij heden eten" de belangrijkste
vraagstukken zijn; voor zijn Kitty is de logische consekwentie der
eerste schuchtere liefdewoorden de zorg voor een uitzet. De
aardsche zorgen van Tolstoy s vrouwen zijn de bezwaren, die de
rijken beletten in het koninkrijk der hemelen in te gaan. Denk U die
zelfde „aardsche vervuldheid" in de vrouw, die van week tot week
ploetert om van het schraal loontje haar talrijke kinderschaar te
voeden, de versleten kleeren op te lappen, het armzalige boeltje
knap te houden, die zich als op een doodzonde betrapt voelt, als
iemand haar voor 's avonds laat een stuk krant in ziet kijken, en het
wordt de taaie deugd van een heldin.
Zie diezelfde „aardsche vervuldheid" in een Julie d Espard, een
cordaat, alleenstaand meisje, dat zich door het leven slaat, voor ieder
de verstandige raad van haar nuchtere geest klaar heeft, geen
abstracties en geen absolute normen kent, maar doet wat haar hand
vindt om te doen en de kans op geluk of redding bij de haren grijpt,
en het wordt, zeker, geen vlammend voorbeeld van onverzettelijk-
heid en zelfverloochening, maar toch een eerlijk wapen in de dubbele
strijd tegen eigen verlokkende phantasterijen én tegen de
werkelijkheid.
Het is die „aardsche vervuldheid" ook, die juffrouw d Espard en
Daniël alleen bewaren voor de grauwe angst voor het „laatste
hoofdstuk", de dood, die al de anderen beheerscht en telkens als
een benauwde mist over het sanatorium neer valt, als zich het bericht
van weer een sterfgeval of een ongeluk onder de gasten verspreidt.
Zij aanvaarden de dood en het leven, omdat het nu eenmaal zoo is.
Zoo lang juffrouw d’Espard voor de keus gesteld is tusschen haar
teruggekeerde fijnzinnige geliefde en de trouwhartige Daniël, raakt
ze verward in een doolhof van plannen en verlangens, als Daniël
zijn medeminnaar heeft neergeschoten ziet ze weer slechts de rechte
weg voor zich : zorgen voor het kind en de hoeve tot Daniël na zijn
99 |