Full text |
voortbrengselen van den Helleenschen
geest, heeft hij in tal van meest in onze
taal verschenen geschriften die bewonde-
ring en die kennis inwijden kring, ook bui-
ten de Universiteit, trachten te wekken.
Hoe velen heeft hij nietdoor zijn Atheensch
jongensleven, de Atheensche vrouw, Wier voor-
drachten over Plato — onder groote belang-
stelling gehouden in de Amsterdamsche
Aula-voordrachten — Helleensche cultuur,
Ontwikkelingsgang der Grieksche letterkunde,
nader tot Hellas gebracht !
Nicolina Maria Christina Sloot
(Melati van Java)
7 Febr. 1872 — 7 Febr. 1922.
Johanna W. A. Naber schrijft in het
Algemeen Handelsblad ® :
Herinneringsdagen zijn goede dagen in
het leven, als zij gelegenheid schenken om
terug te zien op eene vijftigjarige werk-
zaamheid als dievan Nicolina Maria Chris-
tina Sloot, de vrouw, die dezen 7den Feb.
mag herdenken den dag, waarop zij voor
nu juist een halve eeuw haren eersten
grooten roman Voor God en Koning in het
licht gaf. Dit was het begin van een letter-
kundigen arbeid, onafgebroken voortgezet
tot den dag van heden, waarop de schrijf
ster met rechtmatigen trots roem mag
dragen. Want wat een lange reeks van
werken van den meestonderscheiden aard
is op dien eersteling gevolgd ! Historische
schetsen, historische romans als Koningin-
nen met en zonder Kroon, Catharina Howard,
Hortense de Beauharnais, laatstelijk nog
Louise Hollandia van de Palts abdis van Mau-
buisson : novellistische verhalen als La Ren-
zoni, De Freule, Haar Held ; meisjesboeken
als Angeline's beloften, om hier als op goed
geluk een greep te doen uit zooveel veler-
lei, dat is verschenen in seriën van 6 en 12
deelen bij den uitgever H. A. M. Roelants
te Zaandam en in tal van tijdschriften. Die
geschriften beleefden verschillende, som-
mige van hen tot zelfs een zestalherdruk-
ken ; zij werden overgezet in het Duitsch,
in het Fransch, zij werden in een enkel
geval zelfs verwerkt in een film; zij blijven
behooren tot de boeken, waarnaar in onze
leesbibliotheken steeds het meest wordt
gevraagd. Toen ik naar aanleiding van dit
gouden jubilé in het Vrouwenleesmuseum
nog eens een overzicht van de verzamelde
werken der feestvierende schrijfter wilde
nemen, bleken de talrijke deeltjes op één
na alle te zijn uitgeleend.
Verklaarbaar is de opgang, welken deze
boeken hebben gemaakt, in allen deele.
Nicolina Sloot, die heeft geschreven nu
eens onder schuilnaam Mathilde, dan weder
onder dien van Melati van Java, heeft zich
in hare werken geheel gegeven zooals zij
is, en zich daarmede doen kennen als een
fijnen geest, als een scherpe opmerkster,
als eene boeiende vertelster. Hare groote
geestesgaven, vroeg ontwikkeld door haar
verblijf in Indië, waar zij in het jaar 1853
te Semarang werd geboren, haar zin voor
historisch onderzoek, steunende zoowelop
eene uitgebreide belezenheid als op eene
grondige kennis der oude en nieuwe talen,
werden tot volle ontwikkeling gebracht
eerst onder leiding van haar vader, later
door verkeer in den gastvrijen, letterkun-
digen kring, waarvan de bekende kunst-
zinnige pastoor van Bovenkerke, Jan Wil-
lem Brouwers, jarenlang het bezielende
middelpunt was en waar Nicoline Sloot
reeds vroeg in kennis kwam met de dich-
ters Hofdijk en Alberding Thym, met de
dochter van dezen laatste, Catharina en
met Louise Stratenus, de destijds veelge-
lezen romancières.
G. J.P. J. Bolland.
Na een langdurig lijden overleed op |l
Februari ll. de bekende wijsgeer,dehoog:
leeraar G. J. P.J. Bolland.
Bolland is in 1854 te Groningen geboren
en eerst onderwijzer geweest. Daarna werd
hij op zijn door zelfstudie verworven
akte middebaar Engelsch in 1881 benoemd
tot leeraar in het Engelsch aan de hooge-
re burgerschool te Batavia. Vijftien jaren
later, nadat hij zichzelf Grieksch en Latijn
had geleerd en daarmede in de theologie
en philosophie was doorgedrongen, volg-
de zijn benoeming tot hoogleeraar in de
wijsbegeerte te Leiden, waar hij met een
rede over Verandering en Tijd als opvol-
ger van Land zijn intrede deed en spoedig
onder de Hegeliaansche suggestie geraak-
te. Verscheidene werken van Hegel heeft
hij opnieuw met aanteekeningen voorzien
uitgegeven. Van zijn eigen later filosofi-
sche werken noemen wij het Collegrum
logicum, De Natuur en De zuivere Rede.
Uit den tijd van zijn pennestrijd met
Schaepman dateeren de Oude gegevens
uit het verre verleden der kerk. Roomsche
historie enz. Over het leven van Jezus : De
groote vraag, de Evangelische Jozua, enz.
ALLERLEI
Boekenstatistiek
Het vaktijdschrift « Le Droit d'auteur
heeft een statistiek opgemaakt van de
boekenproductie in de voornaamste lan-
den.
Voor de jaren 1919 en 1920 werden de
volgende cijfers verkregen :
111 |