Full text |
Het lokaal dat op dezen datum tot boe-
kerij gediend had, moest toen voor andere
doeleinden in gebruik worden genomen,
en van uitleeningdienst kon verder geen
spraak zijn. Echter, zoomin de eerste op-
richters als het bestuur der firma, lieten
de zaak rusten. Er werd naar een nieuw
lokaal uitgezien, en tevens gedacht aan
een volledige herinrichting van de boekerij
volgens moderne begrippen. Slechts in
Augustus 1921 kwam een lokaal gereed
en kon de herinrichting aanvangen. Naar
de opvatting van den Heer Bestuurder J.
Hillaert zou daarmede een werkelijke uit-
breiding gepaard gaan; inderdaad, nevens
de eigenlijke volksboeken, die tot dan het
hoofdbestanddeel vormden, zouden in de
toekomst technische werken op gebied van
foto- en cinematografie, reklame-techniek
en kunst over verschillende fabriekdiens-
ten verdeeld, verzameld worden, en een
zeer werkelijk deel der boekerij innemen.
Derhalve, daar dit laatste rechtstreeksch
de belangen der firma dienstbaar zou
zijn, werd een boekbewaarder aangesteld,
welke ook den uitleeningdienst waar zou
nemen. Deze geschiedt sinds Januari op-
nieuw regelmatig, elken dag tusschen 12
en | uur 's middags.
Voor het uitbreiden van het bestand aan
volksboeken, beloofde het Bestuur jaar-
lijks een zekere som te zullen voorzien.
Het beheer der boekerij is in handen
van drie bedienden van het fabrieksper-
soneel, 3 bedienden van het bureelperso-
neel en den boekbewaarder, die den da-
gelijkschen gang van de zaken verzekert.
De taak van dezen boekerijraad bestaat
in hoofdzaak in :
|) de verdeeling van de door het bestuur
toegekende som over de verschillende
soorten boeken, tijdschriften enz.
2) uitzicht houden over de nieuwe uit-
gaven, nagaan of er zijn welke voor de
boekerij dienstig kunnen zijn.
3) deze werken lezen en er verslag uit-
brengen, alvorens ze aan te koopen of in
leen te geven.
4) middelen zoeken om de lezing, in 't
bizonder die van vakboeken te bevorde-
ren.
Ofschoon de firma zich de boekerij veel
meer wenscht aan te trekken, dan zulks
voorheen het geval was, blijft zij, althans
voor wat de volksboeken betreft, door het
bestaan van den boekerijraad, in handen
van de stichters en bewaart ze tot in zeke-
re mate haar onafhankelijk karakter, dat
wij zoo op prijs stellen bij dergelijke in-
stellingen.
Wij hebben er aangehouden deze enkele
regelen neer te schrijven, eerstens om de
mannen van goeden wil aan te zetten te
beproeven, waar mogelijk, in gevestigde
nijverheidsinstellingen, boekerijen in het
leven te roepen, en tweedens om de HH.
patroons op een voorgaande te wijzen dat
hen moet doen ieveren hun invloed te
gebruiken om stichtingen, zooals de be-
schrevene, tot stand te brengen, en hun
steun te verleenen aan het zoo prachtig
werk van algemeene volksontwikkeling,
dat een boekerij is. Epw. LEONARD
Bibliotheken op Engelsche Handels-
schepen. — Wat de zeelieden lezen.
Dê Daily Telegraph van 2 December
publiceert een artikel van M. Archibald
Hurd, waarin de omstandigheden worden
verhaald die aanleiding gaven tot het
stichten van boekerijen aan boord der
Britsche schepen, poging waarvan de bij-
val de verwachtingen der inrichters heeft
overtroffen.
Na gesproken te hebben over de « Com-
mission on the Education of Merchant
Seamen ” (Commissie voor Opvoeding van
de zeelieden der Handelsvloot), waarin
officieren, matrozen en reeders (deze
laatsten door bemiddeling van de Cham-
ber of Shipping of the United Kingdom,
Kamer van Scheepvaart van het vereenigd
Koninkrijk) vertegenwoordigd waren,
gaat M. Archibald Hurd op de volgende
wijze voort :
« Het Stoomschip Aeneas, van de Blue-
Funnel Line, datop 29 Mei 1920 Londen
verliet met bestemming voor Australië,
was het eerste handelsschip dat voorzien
werd van een boekerij ten dienste der
bemanning. Men kon zich stellig afvragen
of de manschappen de boeken waardee-
ren zoudenen of ze zich wel de moeite
zouden getroosten ze te lezen. De reeders
evenwel werkten aan deze onderneming
grootmoedig mede, door de kosten van
inrichting voor hun rekening te nemen en
den sekretaris van den Kapitein (Master's
Clerk) als bibliothecaris aan te stellen,
De uitslag dezer poging was zoo be:
langwekkend als bemoedigend, De boe-
kerij telde 154 boekdeelen, waarvan de
2/3 tijdens de reis in leen werden gegeven.
Vóór den terugkeer van de boot mocht
de proefneming volkomen geslaagd heeten.
De ontspanningslectuur had, zooals
men verwachten kon, de grootste aftrek,
maar de reis- en ontdekkingsverhalen, de
moderne levensbeschrijvingen, verschil-
lende technische- en vulgarisatie werken
werden eveneens gewaardeerd. Sommige
matrozen verrieden belangstelling voor
den vóórhistorischen mensch, anderen
109 |