Full text |
voorkeur aanbevolen. V. V. D. B.
MUe Jeanne De Mol. — La Vie et
l'Œuvre de Willem De Mol. Brussel,
Van Oest.
Een figuur als die van Willem De Mol
komt eene vooraanstaande plaats toe in de
geschiedenis onzer Vlaamsche Toon-
kunst.
Was zijn banier, vooral in zijn jeugd-
werk zuiver Wagneriaansch, zijn rijper
werk, getuigt van eene ongezochtheid,
een zuiverheid in de uitdrukking, eene
lenigheid en kleurvolle soberheid in de
aangewende middelen, die een ras-
eigene, onverdorven scheppingskracht
kenmerken.
Het liefdevolle, fraai geïllustreerde
boekdeel dat Mej. Jeanne De Mol aan
de nagedachtenis van haar voorwaar te
vroeg ontslapen vader (hij was nauwelijks
28 jaar oud) wijdt, is een prachtige hulde
aan den toondichter van «Ik ken een
lied... ». Samengesteld, wel is waar, uit
zeer disparaat materiaal is de bundel, eer
dan een biografie, een naar tijdorde
gerangschikte studie van De Mol’s
werk; in dien zin treedt dan ook vooral
het documentair karakter van het boek
op het voorplan, karakter waaraan wij,
in den ruimsten zin, eene groote beteeknis
hechten. Bezondigt zich de schrijfster
wel eens aan nuttelooze herhalingen of
maakt zij, dunkt ons, te veelvuldig
gebruik van dagbladknipsels waarvan
de waarde en de beteekenis ons bijster
gering voorkomen, haar eenige bedoeling
is stellig de beteekenis van haars vaders
figuur aan de vergetelheid te onttrekken
en zijn werk kritisch en objectief te
onderzoeken. Onder de meest interes-
sante documenten door haar verzameld
stippen wij De Mol’s brieven aan uit
het buitenland, vooral uit Duitschland,
waar hij als laureaat van den prijskamp
gezegd «Prijs van Rome » vertoefde en
het merkwaardig verslag dat hij op I
September 1873 uit Weenen het Bel-
gisch Staatsbestuur toezond, verslag waar-
uit wij deze beteekenisvolle geloofsbe-
lijdenis van den jongen laureaat plukken :
« La poursuite et la réaüsation du Beau
idéal sont et doivent être le premier but
de l’artiste. Chacun doit employer, à
atteindre ce but, ses forces personnelles
et tacher de garder intact le caractère
particulier qu’il tient de son éducation
et surtout de sa race. Si cette race n’est
point abâtardie, si l’éducation ne pour-
suit que le développement harmonique
des facultés naturelles et propres à cette
race, l’œuvre sera originale et sincère
et portera la marque indélébile du
peuple d’où elle est sortie. » Le.
Fabricius, Jan. — Sonna, Indisch tóoneel-
spel in drie bedrijven, 2e druk, Ant-
werpen, L. J. Janssens en zonen.
Een herdruk van het in Vlaanderen
niet minder dan in Holland populair
geworden Indisch tooneelspel. Een spel
van moederliefde en rassenstrijd. Sonna
werd voor de eerste maal opgevoerd in
den Grooten Schouwburg te Rotterdam
door « Het Rotterdamsch Tooneel » onder
directie van P. D. van Eysden en F. H.
Tartaud op 6 November 1916. Over
Fabricius en zijn werk schreef onlangs
Dr K. Loos een uitgebreide studie,
waarover wij in een volgend nummer
uitvoerig zullen handelen. L. B.
A. H. Cornette. H§ Liszt en zijne
« Années de Pèlerinage ». L. Opdebeek,
Antwerpen.
Deze keurig uitgegeven « essai », ver-
sierd met mooie, ofschoon soms zonder
rechtstreeksch verband met de tekst
toch zeer in het kader van het onderwerp
passende platen (hierbij het portret
van Liszt), is uit kunsthistorisch stand-
punt een precieuse bijdrage tot de kennis
van de Romantiek, dit in menig opzicht
ook zoo interessant tijdperk der muziek-
geschiedenis. — Het boekje, bijna even
romantisch in zijn vorm als de composi-
ties die het voorwerp zijn van zijn inhoud, |