Full text |
Ausg. C : Nr ioi—1000 auf Perfecta-Antik-
Bütten, Lwbd zgfS
Tibetanische Marchen : (In d. Deutsche
übertr. von Maria Leitner.) i.—3. Tsd.
Berlin : A. Juncker Verl. (225 S.) 8°.
Gz. Pappbd b 6— ; Hldrbd b 1 o—
Mayer, August L(iebmann) : Mittelalterliche
Plastik in Italien. München : Delphin-
Verlag. (27 40 Taf.) 4/.
Gz. 20—; Lwbd 30—;
Hldrbd 45—; Ldrbd 70—
Pazaurek, Gustav E. : Die Tapete. Beitrage
zu ihrer Gesehichte u. ësthet. Wertung.
Stuttgart : W. Hàdecke. (87 S. mit eingekl.
z. T. farb. Abb.) gr. 8°.
Hlwbd b 12000—
Rilke, Rainer Maria, Lotte Pritzel : Pup-
pen. München : Hyperionverlag. (19 S.,
16 farb. Taf.) 40 Num., halb in Seide
• geb., num. u. sign., Ldrbd,
Preise nicht mitgeteilt.
Rothe, Richard : Das Formen, der Sand-
kasten und die Plastik in der Volkskunst.
Wien & Leipzig : Deutscher Verlag f.
Jugend u. Volk. (IV, 164 S. mit Abb.)
kl. 8° = Lehrerbücherei. Bd 9.
Gzl 1.60, e. Schlz.
Salmony, Alfred : Die chinesische Stein-
plastik. Berlin : Verlag f. Kunstwissen-
schaft. (71 S. mit Abb.) 40 = Museum f.
ostasiat. Kimst, Kôln. Bd 1.
Gz. Hlwbd 20'—
Scheltema, F. Adama van : Die altnordische
Kimst. Grundprobleme vorhistor. Kunst-
entwicklung. Berlin : Mauritius-Verlag.
(XV, 252 S. mit Abb., Taf.) 40.
Hlwbd 40000-—
Schünemann, Georg : Das Lied der deut-
schen Kolonisten in Russland. Mit 434
in den deutschen Kriegsgefangenenlagem
gesammelten Liedem. München : Drei
Masken Verl. (XIII, 446 S.) 40 — Sammel-
bânde f. vergl. Musikwissenschaft. Bd 3.
Gz. b 12.50; geb. b 20—
•Zugleich Bd 10 d. kulturhistor. Reihe
d. Schriften d. Deutschen Ausland-
Institutes.
BOEKBESPREKINGEN
1
Boek- en Bibliotheektechniek
P. Otlet en L. Wouters.H Manuel de
la bibliothèque publique. 2e Ed. Bruxelles,
Publication de l’Institut international
de bibliographie, rue de la Régence.
De nieuwe wet die, voor de eerste
maal, belangstelling vroeg voor de open-
bare bibliotheek, heeft nieuwe eischen
gesteld en nieuwe mogelijkheden ge-
opend.
Maar tusschen het verlangen van
den wetgever en de werkelijkheid ligt
een weg bezaaid met veel goeden wil,
veel geliefhebber, veel theorie, veel
schijngeleerdheid en veel onevenwich-
tigheid.
De handboekjes weerspiegelen klaar
de bezwaren van de overgangsperiode.
Er is te veel en te weinig in die werken.
Te veel omhaal van bijkomstigheden
en te weinig ernstig studiemateriaal die
buitenlandsche vakboeken te over hebben.
De bibliothecaris wordt meer als
administratieve dan als bibliotheekkracht
beschouwd.
We wenschen niet in te gaan op de
eischen van administratieven aard die de
bibliothecarissen, voor een schijn vaiï
vergoeding, bezwaren met administratief
schrijfwerk en gecompliceerde werk-
zaamheden waarvoor meestal tijd en
gelegenheid ontbreekt.
De wet blijft een wet voor het steunen
van kleinere bibliotheken die door biblio-
thecarissen, wier hoofdbestaan in een
ander beroep gelegen is, bediend zullen
worden.
Om deze leiders zooveel mogelijk
voor het vak te winnen zou eenvoud in
alles moeten betracht worden en de
belangstelling hoofdzakelijk gevestigd
blijven op het boek en den lezer.
Ook het, in vele opzichten zeer
helder boekje van de heeren P. Otlet
en L. Wouters, is werk van geleerde |