Full text |
den. De cat. voor de iezer is liefst een geselec-
tionneerde of een beredeneerde lijst. Als lectuur-
lijsten komen voor : S. W. K. ; Studienführer ;
Kurzverzeichnisse (vragen van de dag, met de
gevaren van het éénrichtingsverkeer) ; keurlijs-
ten (vorming en oriëntering in het bezit). Le-
benskreiskataloge (wij weten de oude Hofmann-
selecties nog staan !); Grundlisten (modellijsten
voor de aanschaffingspolitiek.)
Volgt de discussie : Schalter-Theke, welke
bij ons uitgevochten is, maar die bij ons niet
uitgevochten werd tot de drieledige fheke met
werkverdeling. Treffend is zeker hoe het boek-
je in zijn geheel van één geest is doordrongen,
die zich in al de verrichtingen weerspiegelt.
Staat het magazijn geordend naar de belang-
stellingscentra, is de ontlening daarop ook. ge-
richt, de lezers worden — tot in de statistiek
toe in beroepgroepen aangesproken. Het
mooie gebruik dat W. Hofmann voor zijn boek
« Die Lektüre der Frau » .en Erich Thier voor
zijp studie « Gestaltwandel des Arbeiiers im
Spiegel seiner Lektüre » van « Leseheft » en
materiaal gemaakt hebben leverde een te sterk
voorbeeld op, om de methoden van Leipzig niet
aan te houden.
Öok behield het standpunt : liever minder,
maar goed, bediende-kemlezers, dan vele -—•
de armen — volgestopte-door-ren-lezers, zijn
rechten, zodanig zelfs dat de centrale « Leser-
kartei » nazien of in de filialen geen doublet-
inschrijving schuilt !
Deze practijk voert natuurlijk — zoals het
ook hoort — tot de conclusie : personeel. De
persoonlijkheid van den bibliothecaris blijft
hoófdzaak, ook dan als de Freihand y— een
woprd van R. Hempell-Hamburg — wordt toe-
gepast. Dus : voorbereid personeel: Maximum-
prestatie: 3 uren daags. In onze volgende bij-
drage geven wij een paar cijfers.
Zeer veel zorg werd besteed aan de hygiene
van .het boek (bij ontlening, na ontlening, op-
stelling, herstelling, alsmede aan «Die Werbung
ums Buch >> (zelfs door middel van de lees-
zaal) .
Alleszins gezond zijn de besluiten welke uit
de statistieken en de beweging van de curven
(geprojecteerd op de grootte van het publiek,
en de belangrijkheid van de zone, graag bespeel-
de gamma’s in de Duitse economische statistiek)
worden afgeleid.
Hoofdstukken over de boekhouding besluiten
het werk.
Begint het werk met een löf van het boek,
het eindigt met een lof van de bibliotheek ;
beide aangepast aan het diapason van de tijd.
Conclusie: Die Volksbüchérei führt heute in
manchen Gemeinden (50.000) noch ein wenig
beachtetes Dasein. Der Volksbüchereigedanke
hat sich in Deutschland im Ganzen noch nicht
durchgesetzt. Met pers, tentoonstellingen, voor-
drachten, statistieken-publicatie, radio, film moet
gewerkt worden. Maar bibliotheekinzichten vor-
deren zo traag 1
Pxeusker-von Raumer formuleerden zo goed
voor hun tijd de moderne vraagstukken. Daar^
over is een eeuw heen 1
Romsey Grâce Fisher : Educational work in
museums of the United States: development,
methods and trends. 289 blz.
New York, The H. W. Wilson-Company,
1938.
Er schort bij ons nog heel wat aan hét biblio-
theekwezen, en meer dan dat nog : de samen-
werking tussen school en bibliotheek steekt niet
eens in de kinderschoenen. In sommige landen -
daarentegen heeft de samenwerking tussen
school en museum reeds meer dan een vage
vorm aangenomen. Er zijn musea die zelf een
zeer bizonder opvoekundig werk drijven. Zeer
zeker kennen wij ook actieve conservators, die
voordrachtenreeksen inrichten en hun instelling
tot een milieu van geestesverkeer maken, maar
toch ontbreekt het nog aan organisatie en plan-
matige werking.
Daarvan brengt dit boek een overzicht, ver-
deeld over dertien hoofdstukken: 1 : voorge-
schiedenis; 2. ontwikkeling van de «adult éduc-
ation among museums; 3. opleiding van leraars;
4. museum-werk met gewone schoolklassen ; 5.
museum-werk met achterlijke kinderen: 6. be-
vordering van museum-genot bij de jeugd indi-
vidueél; 7. museum-uitstapjes en tochten; 8. ex-
tension-work ; 9. museum en radio ; 10. onder-
wijzend personeel (salaries !) ; 11. Bewijzen
van inwerking ; 12. rendering van het museum-
werk; 13. algemeene besluiten. Bibliografie. Lijst
van musea, welke tot deze studie het hunne
bijdragen.
Een gedetailleerde behandeling van het werk
kan hier minder verantwoord worden; daarom
wijzen wij met des te meer klem op deze hoofd-
stukken, waarin, van uit de musea, de jeugd
direct wordt aangepakt. De algemene toestanden
gelden evenzo voor- de bibliotheek.
Wij hoeven daarvoor de redenen maar na
te gaan, welke verschillende museumleiders op-
somden om actief op te treden : << desire on the
part of museum officials to increase the service
of the institution to the community; 3. belief
tbat the museum should be a vital center of
éducation in_the community; 4. to attest éduc-
ation in the. schools by Visual aids; 5. to offer
Cultural advantages to the citizens of the city
and its community; 6. to educate the masses;
7. to increase the interest in natural history
and art appréciation; 8. in réponse to requests
: from the public schools for material to use ;
enz. enz. tot 12. Curator anxious to give tan-
gible service to the taxpayers.
En welke gronden ziet de ' auteur in dit
Educational work ? Voor eerst de voor de
hand liggende voordrachten, dan voordrachten
voor bizondere groepen ; commentaar bij uitge-
kozen materiaal ; onderzoek van uitgekozen ma-
teriaal; wandelvoordrachten ; cursus met be-
paald doel op grondslag van bizonderhedén
aanwezig in het museum ; gebruik van « be-
33 |